
Tegenover Station Deventer ligt het Rijsterborgerpark. Een mooie buffer tussen het station en de oude binnenstad. In het park ligt een eiland, het Vogeleiland. Er zijn daar vogels die worden gehouden in volières. Meestal is er ook horeca aanwezig op het eiland. Vandaag is het er, maar het kan morgen zijn verdwenen. Er gaat een brugje naar het eiland en dat brugje kan worden afgesloten. In het park genieten mensen van de zon. Een vader vliegt een vliegtuigje, samen met zijn zoontje. Moeder kijkt vanaf een picknickkleed toe. Verderop zitten een paar jongens rond een fatbike. Zijzelf zijn magerder dan hun bike doet vermoeden. Een stelletje wandelt in de schaduw van oude bomen. Aan de rand van het park staat een standbeeld. Een standbeeld waar wel eens wat gedoe over was, met name tijdens de jaren van de apartheid in Zuid-Afrika. Het beeld staat voor Marthinus Steyn. Deze man was president van de Oranje-Vrijstaat in datzelfde Zuid-Afrika. Het was in de jaren rond de eeuwwisseling (nee, die daarvoor), dat er strijd was tussen de Zuidafrikaanse Boeren en Engeland. In Nederland werden de Boeren gesteund.

Ik verlaat het park, steek onder twee spoorlijnen door en sla linksaf. Lange tijd heb ik de spoorlijn naar Zwolle aan mijn linkerhand. Bij een school kom ik in Het Nieuwe Plantsoen, dat in de loop der jaren steeds minder nieuw is. Een hoogtepunt in dit plantsoen is de watertoren uit het jaar 1893. Hier is het een waterwingebied. Het plantsoen of park is ooit aangelegd door middel van een werkverschaffingsprojekt. Vele handen maken licht werk en een mooi park. Aan de overzijde van de Ceintuurbaan gaat Het Nieuwe Plantsoen verder met een grote waterpartij. Schoolkinderen spelen zich naar de grote vakantie toe. Een moeder loopt met haar dochters rond het dierenpark met geiten en damherten. Aan de rand van het park is een straatje met nieuwe grote woningen, aan het begin is een geurentuin, maar ik ruik niet veel. Het volgende water dient zich aan: de Lookerskolk. Aan de ruime rand van de kolk staat een landhuis in Engelse stijl. Het huis ’t Löken staat er al sinds 1920. Net wanneer ik bij het hek het huis nauwkeurig wil gaan bekijken doet een oudere dame met een fiets aan de hand het grote hek open. Ik weet mijn plaats en loop verder over de Lookersdijk, met zicht op de Lookerskolk. Hier, ergens onder een boom, is het graf van Hendrik Jan Ankersmit en zijn vrouw. Zij woonden hier aan de kolk en beschouwden de kolk als hun zwembad. Ankersmit is uiteraard verbonden aan de beroemde textielfabrieken van Ankersmit, bekend in heel Deventer en omgeving.

Ik ontmoet de spoorlijn naar Zwolle weer. Opvallend is dat deze spoorlijn grotendeels enkelspoor is. Er is behoefte om de lijn van Zwolle naar Arnhem te verstevigen, maar van enkelspoor naar dubbelspoor is een hele klus en een hele investering. Ik loop het landgoed Nieuw-Rande, dat onderdeel is van Stichting IJssellandschap, in. Smalle paden, oude bomen, veel schaduw. Bij boerderij Groot Grutterink-Bouwhuis is een grote overspanning gemaakt in een weiland, daaronder is een plankier aangebracht. Van de weg loopt een houten plankierstrook naar de overkapping. Een vrouw maakt de rand van het erf, langs de onverharde weg, aan kant. Is er morgen een groot feest? In deze streek komt de geschiedenis aan de oppervlakte. Oud-Rande, Nieuw-Rande, Smets Rande, Roobrug. Landhuizen, afgebroken landhuizen, nieuw gebouwde landhuizen, wisseling van eigenaren, landgoederen en ga zo maar door. Plots komt mij een flinke groep wandelaars tegemoet, zijn het wandelaars of zijn het mensen in vergadering, na een oefening in het bos? Gasten van het hotel Gaia op het terrein? Het is hier een prachtig gebied. Bij de Sallandseweg is een smal voetpad gemaakt langs de asfaltweg, dat loopt prettig. Ik heb net zicht op Roobrug dat verstopt ligt tussen waterpartijen. Pal na Roobrug ga ik het spoor over. Hier kan het. Op een andere plaats in deze buurt is een kleine spoorovergang afgesloten door Prorail. Veilig voor wandelaars en de machinist en treinreizigers.

Dan ligt daar de Kloosterkerk, verbonden aan verleden en heden en toekomst. Dit kerkgebouw uit 1411 hoorde bij het klooster (1400) dat bevolkt werd door Zusters van het Gemeenschappelijke Leven, die zich inzetten voor de samenleving in het spoor van Geert Grote uit Deventer. Tegen de muur met schaduwen staan een paar houten banken. Een prachtige plek om te rusten. Ik kijk uit op de restanten van het in 1870 gesloten kerkhof. In de schaduw onder bomen liggen nog enkele zerken te wachten op de dag van de opstanding. Het is hier rustig, weldadig rustig. Roggebrood en thee is mijn rantsoen. Ook een vorm van bemoediging voor de resterende kilometers van mijn pelgrimage. Na mijn pauze steek ik de Zandwetering over en ga op weg naar een begraafplaats. Op deze begraafplaats zijn ook oorlogsgraven. Zijn er in Nederland begraafplaatsen zonder oorlogsgraven?

Diepenveen heeft nog een bijzondere plek. Dat is de plek waar ooit een station was op de lijn tussen Deventer en Ommen. Het was een lokaal lijntje in Overijssel. Tot 1935 heeft de verbining 25 jaar dienst gedaan. Hoe veel van dergelijke verbindingen zijn er in ons land niet verloren gegaan? Maar, wanneer mensen er geen gebruik van maken houdt het een keer op. Dit is in ieder geval een mooie herinnering. Mijn weg slingert door Diepenveen. Bij de Ottersbrug ga ik de Zandwetering nogmaals over. Ik kom aan in de wijk Borgele (er is trouwnes ook een wijk Zandwetering). De weg slingert langs de hoogtepunten in de wijk: het winkelcentrum, woonzorgcentrum De Bloemendal, een scholengemeenschap (Etty Hillesum), een BSO, een huisartsenpraktijk (niet in chronologische volgorde). Ik verlaat de wijk om terug te keren in Het Nieuwe Plantsoen. Dit plantsoen is niet voor één gat te vangen, zodat ik niet over een eerder belopen pad kom. De weg gaat verder door de Voorstad. Op de gevel van een café aan de Boxbergerweg hangen de Nederlandse vlag en Turkse vlag gebroederlijk naast elkaar. Het EK 2024 doet wonderen. In deze buurt (met Tabakswal en Tabaksdwarsstraat) stonden vroeger tabaksfabrieken. Eén ervan is gespaard en is omgebouwd tot appartementengebouw. Ook in deze oude buurt van Deventer is veel opgeknapt. Ik volg de Diepenveenseweg, waardoor ik langs een oude begraafplaats kom. Boven aan een gevel zie ik twee borden met tekst. Links in het Nederlands, rechts in het Hebreeuws. De tekst is genomen uit het bijbelboek Prediker, hoofdstuk 3, vers 20. “Allen gaan zij naar éne plaats // Allen zijn zij uit het stof // En allen keeren zij tot het stof terug. Nog even en ik ben bij de achteringang en achteruitgang van het station. Wanneer ik de trap op wil naar spoor 4 komt een enorme mensenmassa naar beneden. Ik zoek dekking langs de muur en houd mij vast aan de houten leuning. Op perron 4 kan ik plaatsnemen op één van de fraaie houten banken tegen de restauratie aan. Sommige dingen blijven hetzelfde door de jaren heen.

Marycke Janne Naber
wandelen buiten de binnenstad van deventer (klik op de link)
uitgever gegarandeerd onregelmatig 2022
Deventer – Diepenveenpad – wandeling 2 – 14 kilometer
Voor de bewegende beelden van de route, klik op: https://www.relive.cc/view/vevYpM2YnJq
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.