Klompenpad Rosandepad

Deze vrijdagochtend hult zich in nevels van de voorzichtig wakker wordende slaap. Slierten van verre dromen hangen tussen de bomen van het landgoed. Een frisse knisper zoekt een weg over het uitgestrekte grasveld rond het imposante gebouw. Een man gaat in snelle pas naar de achterzijde van het Airborne Museum in Oosterbeek. Hij probeert door de glazen deur te komen die op slot zit. Het zit hem niet mee. Ik wacht niet af wat er gaat gebeuren. Blijft hij buitengesloten of kan hij binnendringen in de geschiedenis van oorlog en geweld in deze contreien? Mijn weg gaat over landgoed Hartensteyn, één van de vele landgoederen in deze omgeving, waar het leven voor de elite van weleer goed was, met bossen en hellingen en vergezichten.

De Kneppelhoutweg steek ik over en even later de Hoofdweg. Ik ben op een ander landgoed terecht gekomen. Hier ben ik op op de Hemelse Berg. Ik zal maar niet vragen aan een passant of ik hier een tent zal opzetten voor de overnachting. Op de Berg krijgt een dame die veel goeds heeft gedaan voor Oosterbeek, samen met haar man, een herinnering uit dankbaarheid. Het is mevrouw U. M. Kneppelhout – van Braam. Haar man heeft een weg gekregen, zij een pilaar van dank. Deze Ursula was getrouwd met haar achterneef, de schrijver Johannes Kneppelhout, die bekendheid kreeg onder de naam ‘Klikspaan‘. In 1847, twee jaar na de aanvang van hun huwelijk, kochten beide echtelieden landgoed De Hemelse Berg.

Ik ga op weg naar het volgende landgoed en op dat afwisselende pad met stijgingen en dalingen en houten brugjes en stroompjes en een grothuisje zie ik aan de overzijde van een smal dal een groepje hardlopende dames van een zekere leeftijd. Veel mensen zijn op pad op deze ochtend waarin de nevelen zich langzaam haasten naar hogere sferen. Het volgende landgoed is De Oorsprong, daar is niet veel meer van over. Het Einde is gekomen. Het huis is verwoest tijdens de tweede wereldoorlog en nu loopt het pad over de fundamenten van de villa die goed te zien zijn. Wat nog beter te zien is is de herstelde tuin die bij het landgoed hoort. Ook deze tuin kreeg een flinke knauw tijdens de donkere dagen van september 1944, maar is hersteld en wordt nu op fraaie wijze onderhouden. Op het landgoed werd in 1811 een suikerfabriek gebouwd, de eerste van zijn soort in de lage landen, In de omgeving werden suikerbieten verbouwd. Ruim 40 jaar was het moderne bedrijf in werking.

Wandelen rond Oosterbeek kan niet zonder voetstappen op het laaggelegen Kerkepad. Hier is de wandelaar dichtbij de Nederrijn. Nog dichterbij is de oude kerk van Oosterbeek. Een monument in de tijd. Het is één van de oudste kerkgebouwen van ons land, met delen die terug gaan tot de 8e – 10e eeuw. Er worden nog steeds kerkdiensten gehouden. Het is ook een bedevaartsoord geworden voor militairen (en hun nazaten) die hebben gevochten in deze omgeving. Vanuit de naastgelegen pastorie van toen werd hulp aan de gewonde militairen gegeven. Naast de kerk staat een monument ter herinnering aan de Britse en Poolse militairen en Nederlandse mannen en vrouwen die hier hebben gevochten. “Not one shall be forgotten”.

Op het kerkterrein passeert een man mij, zijn hondje volgt hem trouw. Ik volg beiden op de weg die zij volgen. De Polderweg gaan wij in, ik blijf op gepaste afstand. Af en toe aarzelt de hond en wacht tot ik hem bijna heb ingehaald, dan loopt hij snel vooruit in het spoor van zijn baas. Die loopt stug door, beide handen diep in zijn zakken. De geur van sigaar dwarrelt rond zijn hoofd en maakt een eigen spoor. De man kijkt zelden achterom. Hij kent zijn hond en de hond kent zijn baas. Vlak voor de camping ‘Oosterbeeks Rijnoever’ gaat de hond aan de lijn, maar aan de andere kant van de verlaten camping gaat de riem weer af en loopt de hond verder, verbonden aan de man met een onzichtbare riem. Hun en mijn tocht gaat verder door de uiterwaarden. Vlak voor de spoorbrug gaan man en hond en sigaar even aan de kant en laten mij voorbij gaan. Wanneer ik langs het Grindgat loop weet ik beiden achter mij. Een paar kleine kinderen lopen langs de oever van het Grindgat, dat in open verbinding staat met de Nederrijn. Twee vrouwen zwemmen in het Grindgat. Een frisse start van de dag. De kinderen voelen er niets voor om ook het water in te gaan, blijkt bij navraag. Ik ga het Rosandepolder-pad in. Hier heeft in oude tijden een kasteel gestaan. Al rond het jaar 1300 was hier een bebouwing. De huis was voor ene Gosuinus van Rysande. Zouden er kinderen in de buurt zijn die de naam Gosuinus hebben gekregen? Ik betwijfel het. De Fransen hebben een einde gemaakt aan de schoonheid van dit huis in het jaar 1672. Inmiddels ben ik man en hond en sigaar kwijt geraakt. Alleen ga ik verder.

Ik steek de Utrechtseweg over, passeer een biologische wijngaard en kom terecht op landgoed Mariëndaal. Ook dit is weer zo’n plek in deze omgeving met oude papieren. In 1392 werd hier een klooster gebouwd door Augustijner monniken. Deze monniken hebben na de bouw niet stil gezeten met een boekje in een hoekje, maar ze hebben zich ingezet voor de ontginning van de omgeving, de aanleg van akkers, het graven van greppels, aanleg van wegen. Een kleine 200 jaar later is het klooster afgebroken, gelukkig zijn een paar boeken uit de bieb van het klooster bewaard gebleven.

Bij de tunnel onder het spoor vraagt een man aan mij of hij en de dame bij hem zo (en hij wijst) naar het centrum van Arnhem kunnen komen. Ik zie er blijkbaar goed georienteerd uit. Een snelle blik op het kaartje van de route doet mij vermoeden dat dat wel kan. Of zij ook dezelfde dag nog zijn aangekomen in het centrum weet ik niet.

Meerdere malen heb ik op dit landgoed bezocht en bewandeld en iedere keer is het mooi om hier te wandelen. Ook dit keer staat de beroemde berceau op het programma. Deze berceau draagt de naam ‘Groene Bedstee’. Er staat een bankje in de berceau, maar dat is geen slaapbankje. De naam blijft mij een raadsel.

Vervolgens kom ik door landgoed Boschveld, met het fraaie houten koepeltje waar je een overnachting kunt regelen. Even verderop kom ik bij de Airborne War Cemetery. Witte grafstenen keurig in het gelid tussen het groen. Rij na rij. Naam na naam. Leven na leven. Dood na dood. Enkele mensen drentelen rond, knielen, schikken bloemen, kijken naar een naam, nemen een foto en ga naar een volgende grafsteen. Namen in steen van jonge mensen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.

Ik steek het spoor over naar het zuiden en de bebouwing brengt mij terug naar landgoed Hartensteyn, waar het druk is geworden. De gaande man en de komende man, jonge gezinnen, twee vrouwen met een indringend gesprek op een bankje, wandelaars met tijd om handen. Er is veel te overdenken en te herinneren op dit klompenpad.

Klompenpad Rosandepad – 13 kilometer

Een gedachte over “Klompenpad Rosandepad

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.