Als een buffer tussen het station en de oude stad ligt het Rijstenborgerpad.
President Steijn houdt middels een stenen standbeeld een oogje in het zeil. Zijn blik is gericht op het station, op de gaande en komende man. Achter zijn rug zie ik een liggende man. Onder een hoge boom en tussen struiken ligt de man op een ondergrond van karton. Links en rechts van hem liggen een paar spullen. Hij praat met een man, die zijn fiets heeft geparkeerd op het pad in het park. Zelf staat hij aan het voeteneind van karton. In het park is plaats voor iedereen. Vogels, vissen, mensen, groot en klein. Op een grasveld spelen kinderen van een opvang, twee ouderen kijken welwillend toe. Kunstwerken nemen de tijd en wachten af.

Ik kom door het park uit bij de IJssel die niet afwacht, maar gestaag doorstroomt. Een trap brengt mij op de hoogte van de spoorbrug, die er ligt te liggen sinds 1982. Tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en dat jaar lag er een tijdelijke brug. De tijdelijke brug droeg de naam ‘Katherine Millerspoorbrug’. Ik vraag mij af of ooit een Deventenaar deze brug zo noemde. Ik wandel aan de noordkant van de brug. Aan de zuidkant is ruimte vrijgehouden voor fietsers. Tussen fiets en voet liggen de rails. Aan noordzijde en zuidzijde zijn uitzichten over de IJssel en haar aangelegde armen voor wateroverlast. Tussen het geraamte van de spoorbug door zie ik de toren van Lebuïnus. Aan het einde van de spoorbrug daal ik de trap af en ga naar Ossenwaard. In mijn Deventertijd was dit gebied geheel anders. Nu is er ruimte gemaakt voor een overvloed aan water. Mooi om hier te kunnen wandelen. Maar nu even niet, want het aangeboden pad kan ik niet vervolgen. Een inham vol water wijst mij terug. Ik kijk of de hoogte van mijn schoenen het water tegen kan houden. Ik schat in dat dat niet gaat lukken. Daarom kies ik nu het pad onderlangs de dijk. Ik ga de dijk op ter hoogte van een oud Tolhuis. In de negentiende eeuw werd hier tol geheven wanneer je reisde tussen Deventer en Vaassen. Nu is het Tolhuis een woning en wordt er misschien door kinderen en volwassenen getold.

Ik verlaat de IJssel en ga landinwaarts, over kronkelende dijken, tussen het groen, dromerige boerderijtjes en voorname huizen. Eén van die voorname huizen is Het Hunderen. Verscholen tussen het groen, maar de route brengt het huis wel in beeld. Er wonen nu dementerende ouderen. Ik zie iemand met een dienblad lopen. Een vrouw ondersteund een oudere tijdens haar wandeling. Een werkbus van een hoveniersbedrijf staat voor het huis geparkeerd. Er klinkt stilte. Eén van de vorige eigenaren was J. Kerkhoven. Kinderen en kleinkinderen van hem verlieten het rustige Twello en voeren naar de Oost. Daar, op Java, werden zij theeplanters. Hun bezigheden werden door Hella S. Haasse vastgelegd in haar ‘Heren van de thee’. Over het fraaie landgoed slinger ik verder over smalle paden en bruggetjes. Dan kom ik bij een appelboomgaard. Op de naastgelegen weg zie ik borden over kersen. Het is hier fris en fruitig. Een ander voornaam huis waar ik langskom is Kruisvoorde, een statig huis met een leeftijd die teruggaat tot het einde van de 15e eeuw. Ik zie houten leeuwen in de tuin. De deur aan het einde van het bordes staat open, maar ik weet mij te beheersen en wandel verder. Uiteindelijk kom ik in het centrum van het dorp Twello, dat in het verleden menigmaal diende als overloopgebied van Deventer. Niet van water, maar van mensen met geld (verdiend in de Oost?) die grote huizen lieten bouwen op ruime percelen. Waar ik de oude weg tussen Deventer en Apeldoorn oversteek staat het imposante Huize Malang. Het centrum herbergt een treinstation (weer één sinds 2006!), vele winkels, een oude kerk (de toren dateert uit 1400), een plantsoentje, waar vrijwillgers een kunstwerk plaatsen, een middelbare groenschool. Ik kom op het terrein van landgoed Het Holthuis, eerst is er groen, met een enkele wandelaar, een monument voor de gevallenen en dan aan de overzijde van een straat staat daar Het Huis van Het Holthuis. Drie mensen zitten onder een parasol bij de ingang. Het voorname huis wordt particulier bewoond.

Mijn weg gaat verder langs de spoorlijn en langzamerhand kom ik in de buitengebieden van Twello. Over de Vermeersweg kom ik op Het Wildezand. Een stratenmaker heeft zijn bedrijf naar zijn straat genoemd. Ter hoogte van een kwekerij gaat de verharding over in halfverharding. Meerdere kwekerijen liggen hier in de buurt, zelfs een tuincentrum ligt dichtbij. Over een smal zandpaadje kom ik op het terrein van landgoed Het Schol. Het Huis en een deel van de tuinen is particulier bezit, de rest is van het Geldersch Landschap & Kasteelen. Het Huis speelde een belangrijke rol tijdens de verfilming van A bridge too far. Hier was het hoofdkwartier Hotel Hartenstein. De Wilhelminabrug over de IJssel was het filmdecor voor de brug die net een stap te ver was. Op het landgoed staat een bankje naast een restant van een omgevallen en dode beuk. Aan de andere kant van de beuk kan ik een glimp opvangen van het Huis. Maar eerst een pauze met drinken en brood en uitzicht. Over de Wilpsedijk ga ik naar De Hoven en door naar de Worp. Daar wacht ik op het elektrieke pontje voor een oversteek met fabelachtig uitzicht op de contouren van de oude stad. De kapitein van de pont draagt een bedrijfsshirt met op de rug de tekst Overdrijven is ons vak.
Dan door het oude en opgeknapte Deventer, over de Nieuwmarkt, de Stromarkt, Lamme van Dieseplein, langs het Museum Geert Groote, de grondlegger van de invloedrijke Moderne Devotie. Een wandeling door Deventer is een wandeling door de eeuwen. Bij de Smedenstraat ga ik even linksaf en kijk naar het pand waar ik een jaar heb gewoond. Op de benedenverdieping zit nu een barbier. De bovenverdieping ziet er nog intact uit. Nog even en ik ben bij het station. Het einde van weer een prachtige wandeling.

Marycke Janne Naber
wandelen buiten de binnenstad van deventer (klik op de rode link)
uitgever gegarandeerd onregelmatig 2022
Deventer – Twellopad – wandeling 9 – 15 kilometer
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Een gedachte over “Twellopad”