Margraten. Dit Zuid-Limburgse dorp is wereldberoemd vanwege de grote en indrukwekkende Amerikaanse militaire begraafplaats. Vele mensen komen naar de rijen graven van militairen uit de Verenigde Staten die omgekomen zijn aan het einde van de tweede wereldoorlog. President Bush junior heeft een keer een bezoek gebracht aan deze begraafplaats.
Wij gaan echter niet naar de westzijde van het dorp, waar de begraafplaats ligt, maar naar het noorden. Onze tocht begint bij het centrum en voert ons door de Eijkerstraat van dit dorp. Langs een Mariakapel komen wij op de IJzerenweg. Heeft hier vroeger een spoorlijn of tramlijn gelegen? Wij ontdekken het niet. Na een pittoresk huisje in het groen wijken wij af van de ijzeren asfaltweg. Langs het smalle pad groeien bramenstruiken. En niet alleen dat, er zitten vele rijpe bramen aan. De ene braam na de andere braam wordt losgemaakt van de struik en verdwijnt in onze mond. Even verderop het pad staan een hond, meneer en mevrouw. Zij willen ons ruimte geven om langs te lopen. Van achteren komt een mountainbiker, want dit smalle pad is ook bestemd voor fietsers. Hij gaat nu voor ons verder. We hebben nog wat bramen aan de struiken laten zitten, klinken wij bemoedigd. Mevrouw laat weten dat zij die niet gaat eten, want zij weet niet wat er op zit. Meneer vraagt zich hardop af of je dat wél weet wanneer je bramen in de winkel koopt. Het drietal vormt volgens mij een gezellig huishouden
Inmiddels zijn wij verder gewandeld ten oosten van Heerstraat en van IJzeren. Zou de IJzerenweg dan heel normaal de weg naar IJzeren zijn? Op de Gorisweg passeert een boer ons. Hij is met zijn trekker en giertank op weg naar een perceel land dat dicht bij het Jansbos ligt waar wij ingaan. Meer wandelaars zijn op het bos van Jan afgekomen. Door dit bos dalen wij af naar het Gerendal. Dit is een dal om te wandelen. Geen geren hier op de rustige paden. Vele wandelroutes komen door dit dal. Op het Pelgrimspad (deel 2) liep ik ook in dit dal. Ik verwacht dat het Pieterpad ook niet om dit dal heen kan. Wij wandelen tot vlakbij Schin op Geul en slaan dan de weg naar het zuiden in. Het eerste wandelbankje dat langs de kant van het pad staat verklaren wij tot bezet gebied. De boterhammen uit de rugzak. Water uit de bidon. Laat maar komen wat er komt. Daar komen de eerste wandelaars al langs, vergezeld van vier stokken.
Op de plek waar wij de eerste schapen van de schaapskudde en de schaapskooi zien gaat ons pad haaks de helling op. Op het pad zijn houten traptreden aangebracht, maar voor een prettig klimritme is het aangenaam om juist naast de traptreden te treden. Een dame die takken met rode besjes omhelst wandelt ons tegemoet, zij is op weg naar het dal. Boven aan de trap loopt het pad gelijk op met de hoogtelijn. Op meerdere plekken groeien orchideeën, zelfs zien wij aan bomen takken met rode besjes.
Aan het einde van het bosperceel wijst het pad ons de weg naar het dal en dat betekent dit keer een traploze afdaling. Beneden gaan wij noordwaarts waar wij een ontmoeting hebben met de herder van de schaapskudde. Hij is bij de kooi bezig met voorbereidingen voor hoefonderzoek dat morgen zal plaatsvinden. De schapen kijken verlangend en blatend naar de weide aan de overzijde van het pad waar het gras altijd groener is.

De herder neemt de tijd om met ons te praten over zijn schapen. Over het Mergellandschaap, het Drentse schaap, het schaap uit de Peel en het fokken om zo dicht mogelijk bij het oude Mergellandschaap uit te komen. De wol ziet er langdradig uit en kan wel 20 centimeter lang worden. Er komt een scheerder, maar of die wat met deze bijzondere wol doet blijft onbekend. Of er in de toekomst belangstelling is onder jongelui voor het herderschap blijft ongewis. Menig wandelaar en fietser passeert ons gesprek. Vriendelijke groeten over en weer. Wij gaan verder door het dal. Bij een huis en kruis maken wij een scherpe draai naar links, dan een steggelke en komen bij een volgend bankje. We hebben een zakje wortels bij ons. Geen dier heeft in de gaten dus kunnen wij ongestoord knagen
Langzaam gaat ons pad omhoog en langs de bosrand tot wij bij het dorp Scheulder uitkomen. Hier staat een grote kerk en er zijn ook grote monumentale boerderijen, die staan als een ommuurde vesting (zonder gracht). Van dit dorp gaat het langs De Scheulder Hoogte en een boomkwekerij, voorbij aan de Fruitveiling die ook nog coöperatief is. Hier worden appels, peren, zacht fruit en steenfruit aan de man gebracht. Op onze wandelingen zien wij veel fruit, zowel aan bomen als in dozen voor de verkoop. We lopen nog even verder over het bedrijventerrein, langs de doorgaande weg en dan volgen wij de Sprinkstraat tot de plek waar wij zijn begonnen aan deze mooie wandeling met veel groen in allerlei soorten.
Zuid-Limburg – Rondje Margraten – 12 kilometer