We staan op het Centraal Station van Amsterdam. Deze stad is onze hoofdstad, maar of het ook de hoofdstad van ons wandelland is weet ik niet. Wandelgemeente van het jaar: is Amsterdam dat ooit geweest? Onze oude woonstede Leusden is het wel geweest. Vandaag is dit station van Amsterdam het startpunt van onze wandeling op het Zuiderzeepad. We hebben enkele tientallen kilometers ten noorden van Amsterdam (tijdelijk) overgeslagen en hopen die op een later tijdstip te wandelen. De route brengt ons van het station onmiddellijk naar het oude centrum van de stad. De Zeedijk is één van de bekendste straten in Amsterdam (met het restaurant Nam Kee, bekend van de oesters). We kunnen hier nog rustig wandelen, want we worden niet overspoeld door groepen toeristen. We ontmoeten we enkele rolkoffers die voortgesleurd worden door mensen van buitenlandse klank.
Er is veel te zien aan de grote verscheidenheid aan winkels en winkeltjes en eetplekken. Op enkele panden lezen we dat hier mensen wonen. Dat is natuurlijk goed om te weten. Het is hier geen meubelboulevard of uitgaanscentrum. Amsterdam is een plek waar mensen wonen. Dat we het maar weten. We nemen de gelegenheid om bij NEMO de lift te nemen naar het schuine dak, waar we gelukkig niet vanaf glijden. We kunnen rechtop staan en genieten van het uitzicht over de stad. In dit opvallende pand zijn veel kinderen, vergezeld van hun ouders. Vanaf het schuine dak gaan we buitenom via een lange wandeltrap naar gelijkvloers.
We komen langs het mooie Entrepotdok. Oude pakhuizen waar nu woningen zijn, op een boeiende plek waar vroeger het leven van handel en opslag en overslag zich afspeelde. Door een oude poort in de voormalige Oranje-Nassaukazerne komen we steeds verder van het oude centrum af. Voor de verandering steken we weer eens een water over en komen bij de Pieter Vlamingstraat uit. Daar treffen we een mooie WipWap en grote stoelen. Het is functionele kunst, alhoewel de WipWap niet gauw van zijn stuk te krijgen is. We slaan af naar de Dapperstraat waar markt is. Stromen mensen gaan af en aan. Kraam na kraam, met kleren, met voedsel, met souveniers. Bij een notenkraam staan we even stil en ik tel onze laatste centen. We gaan maar verder. Na een paar meter word ik op mijn rechterschouder getikt. ‘Meneer, is deze kaart van u?’ De tikkende man laat een kaart zien. Het is mijn Museumjaarkaart die ik los in mijn broekzak had, samen met mijn laatste centen. De man loopt rustig terug voordat ik hem kan bedanken. De kaart is uit mijn broekzak gekomen toen ik het geld tevoorschijn haalde. Verrast ga ik verder, domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
We wandelen verder en gaan dwars door de Indische Buurt via de Javastraat, ook hier weer veel winkeltjes en eetgelegenheden, nu van een meer buitenlandse smaak, niet specifiek uit de Gordel van Smaragd. In een Indische Buurt kan een Insulindeweg niet ontbreken, we gaan er onder door en komen in het Flevopark. Borden wijzen ons de weg naar APPELSAP, een muziekfestival waar het sap rijkelijk zal vloeien. Gelukkig dat jongeren niet alleen maar met alcohol bezig zijn. Flarden muziek gaan ons voorbij wanneer we onder de bomen lopen, festivalgangers liggen in het gras, dragen rugzakken, kijken slaperig uit de ogen. Wanneer we over de Amsterdamse Brug lopen (die over het Amsterdam-Rijnkanaal gaat) komen we veel festivalgangers tegen die vanaf de camping op Zeeburg komen. In het Flevopark is ook een camping met vele tenten die dicht op elkaar staan. Er wordt blijkbaar vanuit gegaan dat de festivalgangers meer tijd besteden bij de podia dan in en rond de tent.
Hoe vaak hebben we dit gebouw niet gezien vanaf de A10, al de keren dat we naar de Zaanstreek reden of er juist vandaan kwamen? Nu komen we er te voet langs. Het is het Gemeenlandshuis aan het Waterkeringpad. Een imposant pand uit oude dagen op een plaats die nu behoorlijk geïsoleerd ligt. We gaan onder de A10 door en lopen over de Diemerzeedijk, het pad slingert zich door een open gebied tussen IJburg en Diemen, met daartussen het kanaal dat we eerder zijn overgestoken. In dit open gebied treffen we wandelaars, hardlopers en fietsende mensen. Aan de overzijde van het water aan onze linkerhand zien we de huizen van IJburg.
We kruisen een toegangsweg tot IJburg en komen op het PEN-eiland, een natuurgebied dat beheerd wordt door Staatsbosbeheer. Aan de andere kant van het pad ligt de centrale die ons van energie voorziet. Onze eigen energie loopt ten einde. We komen langs de grote gebouwen van de winkelboulevard van MAXIS. Aan de Maxisweg staan bushaltes, we kiezen er één uit. De bus brengt ons via een overstap naar het station Bussum en dan nog een eindje met de trein en met de fiets en we zijn thuis.
Zuiderzeepad – Amsterdam CS naar Diemen Maxis – 13 kilometer