De bus brengt ons naar het centrum van het dorp Scherpenzeel. In het midden staat de kerk en daar stappen we uit. Met een paar stappen en nog een paar lopen we het park rond Huis Scherpenzeel in. In vroeger tijden heeft hier de brugermeester van Scherpoenzeel gewoond. Wie er nu eigenaar is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat het pand gebruikt wordt voor allerlei bijeenkosten van trouwen tot rouwen. Wij hoeven van beide mogelijkheden op dit moment geen gebruik te maken en wandelen verder en volgen het spoor tussen bomen door. Vrij spoedig maken we kennis met het fenomeeen van weilandkunst. Op meerdere plaatsen in weilanden staan kunstige bouwwerken opgesteld. Hier kan de kunstzinnige passant vissen en vogels herkennen in de figuren die zijn opgesteld in gekleurde potten. Het is een mooie afwisseling van allerlei tinten groen.
We zitten inmiddels op de Broekerweg en het is dan niet verwonderlijk dat er een boerderij is genaamd ‘Het Broek’. Dit roept wel de vraag op: wat was er eerder, de boerderij of de straatnaam? Ik vermoed dat de boerderij een langere geschiedenis. Het komt vaak voor dat een straatnaam is genoemd naar de naam van een boerderij. De eigenaren hebben een naam die wel vaker (in allerlei variaties) in de Gelderse Vallei voorkomt : Van de Lagemaat.
Vlak bij de boerderij treffen we het Valleikanaal, dat we oversteken en daarna onmiddellijk volgen in noordelijke richting. Zo lopen we op de dijk, die een onderdeel was van de Grebbelinie. Hier is ook wandelroute Grebbeliniepad, het kan niet missen. Langs het pad op de dijk komen we op gezette en ongezette tijden restanten (of gemaakte restanten) van de Grebbelinie tegen. Hier is een kazemat nagebouwd. Het is mogelijk om even in de kazemat te gaan zitten en over het kanaal uit te kijken door een schietgat. Aan de westelijke kant van de linie ligt Lambalgen. Eeuwen geleden woonden verre voorouders van mij op een boerderij, Klein Lambalgen. Hier zal ik mijn affiniteit met het boerenleven wel aan overgehouden hebben. Ik ben niet voor niets met een boerendochter getrouwd. Soort zoekt soort.
We zijn Woudenberg genaderd, altijd weer een imposant moment. Bij Hoeve De Beek is een is kleine en fijne tentoonstelling over de Grebbelinie en de tweede wereldoorlog. De moeite waard om daar even te kijken. Vlakbij de watertoren steken we de provinciale weg over en gaan verder over de dijk en het Grebbeliniepad. Ik kan u meedelen dat we geen schaap zijn tegen gekomen. We hadden ook geen hond (al dan niet loslopend) bij ons. Even verder op werden we middels een briefje aan een boom geattendeerd op het onderscheid tussen ossen en stieren. In de wei lopen ossen, vermeldt het briefje. Geen reden tot paniek, derhalve.
Naast een enkele kazemat treffen we ook meerdere bunkers aan die hermetisch zijn afgesloten (verder op langs het kanaal, bij Leusden en aan de Langesteeg, is een bunker ingericht als een klein museum). Af en toen krijgen we de bevestiging dat we nog steeds op het Utrechtpad zitten. Het is echter niet gemakkelijk om hier verkeerd te lopen, gewoon een lange tijd de dijk vcolgen en genieten van het uitzicht en een enkele kanovaarder in het kanaal. Af en toe heeft een boom het loodje gelegd en is een teken van verval overgebleven. Maar uit een stronk zal een schoot komen. Er blijft hoop. We lopen niet tot aan Leusden langs het kanaal. Bij een sluisje gaan we landinwaarts. Op dit punt ontmoeten we de Heiligerbergerbeek, die later op de route weer zullen tegenkomen. We lopen op een kenmerkend landschapselement in de buurt van Leusden. Het is het oude tracé van de treinverbinding tussen Amersfoort en Kesteren. Tegenwoordig is alleen het traject Amersfoort – Leusden aanwezig, het zogenaamde Ponlijntje, want hier rijden goederentreinen af en aan met auto’s van en voor de autodealer Pon in Leusden.
Van het spooortracé komen we in Landgoed De Boom, ook weer een landgoed van de familie De Beaufort. Hier op het terrein is ook een klompenpad. Uiteindelijk komen we uit bij het Huis. De laatste particuliere bewoner van het Huis was Anna Aleida de Beaufort (juffrouw Annie). Zij richtte in 1948 stichting De Boom op. Doelstelling van de stichting: Het bevorderen van de geestelijke en stoffelijke belangen van personen en instellingen in de gemeenten waar het landgoed haar bezittingen heeft.
Zo zijn we gewandeld van Huis naar Huis.