
Het is de Buurtbus, lijn 572, die ik instap nadat ik met de chauffeur heb overlegd of mijn reisdoel overeenkomt met zijn reisroute. Het blijkt op elkaar te passen. Andere passagiers doen ook een instapje. Enkelen gaan naar hun werk in het noorden van Amersfoort, ook daar wordt gewerkt. Ik blijf omgord zitten op mijn stoel en kijk naar de gebouwen die passeren, de straatnamen die de ruimte ingaan. Wanneer de bus alleen de chauffeur en een wandelaar met zich meeneemt vraagt de chauffeur: Gaat u een dagje uit naar Spakenburg? (ik wist niet dat dat kon) of gaat u daar naar toe voor werk? (zie ik er dan niet gepensioeneerd uit?). Geen van beiden, antwoord ik, ik ga een dagje wandelen. Van Spakenburg naar Putten en dan laat ik mijn verhaal over de Gelderse Vallei volgen. Hij kent de route niet maar vanaf vandaag kan hij geen beroep meer doen op zijn kennisleemte. Wel weet hij te vertellen over de Hondsrugroute die in Assen begint en zich tot diep in Duitsland uitsstrekt. Van begin tot einde liep hij die. Hij komt zelf uit Hondsrugse streken in het Drenthse landschap. Aan de Broerswetering stap ik uit. We groeten elkaar en over en weer klinken woorden over een fijne dag. Naast het trottoir laadt een vrouw de inhoud van haar boodschappenkar in haar auto. Op het Spuiplein worden de eerste terrassen klaargemaakt voor de mensen die een dagje naar Spakenburg gaan (het kan dus toch!). Een jonge vrouw in bedrijfskleding probeert het terras midden op het plein te ontdoen van losgeslagen bladeren. Zij gebruikt een bladblazer. Stel je voor dat je als aanstaande consument wilt plaats nemen aan een tafeltje en je moet eerst zorgvuldig over een paar losse bladeren stappen. In Spako zijn de mensen netjes, want verderop in een straatje langs de jachthaven De Nieuwe Haven kuist een vrouw de ramen van de woonkamer. Het zicht op de dure boten moet wel helder blijven. Ik ga de Zuiderzeeboulevard op die voor fietsers en wandelaars overgaat in de Oostdijk.

Eén enkele wandelaar loopt voor mij uit. Fietsers gaan alle kanten uit op de dijk. Er loopt een smal pad buitendijks net nadat ik de overtoom ben gepasseerd. Boven mij zie ik de ene wandelaar en die fietsers gaan. Riet wuift langs het water naar eenden en hoogvliegers. Bij een bocht in de dijk steek ik de grens tussen Noord-Holland en Gelderland over. De Laak stroomt hier in het water van het Nijkerkernauw. Verderop ligt Nekkeveld. Is dit een buurtschap, een vlek, een losse verzameling bouwsels? Wanneer je dwars door Nekkeveld zou rijden kom je nog bij een eenzame boerderij uit. De dijk verlaat ik en het Natura2000-gebied opent zich voor mij. Meestal kom ik hier op de fiets, dan lijkt de slingerende weg door de polder veel minder lang. Links en rechts van de weg is beschermd gebied. Vandaag zie ik geen verrekijkertuurders langs de weg. Ik passeer het huis waar ooit De Jager woonde. Hij hield een oogje in het zeil voor mijn schoonvader die hier land had gepacht van het Nijkerkse Burgerweeshuis. Nu woont een financiële holding in het huis van De Jager. Of de holding ook een oogje in het zeil houdt waag ik te betwijfelen. De Arkerweg zal mij naar de biologische boerderij Ark brengen. Op deze weg zijn meer fietsers en enkele auto’s, die volgens borden en berichten hier alleen mogen komen als bestemmingsverkeer. Bij Ark ga ik de dijk op waar gewone fietsers voorrang hebben boven racefietsers. Hoe de relatie met wandelaars is vermeld het bord niet. Gaan wandelaars boven fietsers? Over de Zeedijk kom ik bij de Arkervaart en de sluis die Arkervaartsluis heet. De brug heeft de naam Arkervaartbrug. Ik neem een pauze aan de kant van het open water. Stevige balken vormen zittingen en tafels. Achter mij wordt geoefend met de ophaalbrug. Vanuit de controlepost van de brugwachter alias sluiswachter wordt ijverig gespeeld met knoppen en toetsen en instructies. Wanneer ik wil vertrekken na mijn pauze gaat de brug weer omhoog, daarna gaat de brug naar beneden en blijft net boven de rand hangen, gaat weer iets omhoog en dan volgt de verlossende klap: de brug is gesloten, dat wil zeggen open voor verkeer. De slagbomen gaan omhoog en ik loop snel naar de overkant, wie weet wat er nog achter mij gebeurt.

De boule ligt klaar op de picknicktafel.
Links van de Zeedijk mogen auto’s met twee wielen in de berm parkeren. De andere twee wielen blijven achter op de fietsattentiestrook. Wie bedenkt zo iets?! Bij de rotonde wacht een chauffeur die van de brug is gekomen geduldig op de vele fietsers die willen oversteken, zelfs een eenzame wandelaar krijgt van hem voorrang. De Zeedijk gaat maar door. Bij de Middelbeekweg ga ik de dijk af. Vlak na de bocht staat een kampeerauto in de berm. Aan de achterkant van de auto staan twee kampeerstoelen. De man leest een krant. De vrouw zit en kijkt of dommelt. Op het klaptafeltje voor haar ligt een dik boek. Plots wordt de weg Allersteeg, die zich kronkelt door het polderlandschap. Links staat het Putter Stoomgemaal en rechts inspireert en fotografeert Jonneke. Verderop rechts een besloten zoniet gesloten bungalowparkje. Dan stopt een vrouw op de fiets bij mij. Is het nog ver naar het Putter Stoomgemaal, is haar vraag. Ik kijk op mijn route en schat dat iets meer dan een kilometer is. Dat is goed, zegt de vrouw en begint over haar man die in geen polder of wegen te bekennen is. Even later zie ik hem van de helling naar beneden komen. Het stel is weer herenigd en kan samen verder. Ik ga de brug over de A27 over en neem aan de overzijde een pauze op een zonnig bankje met uitzicht over landerijen. Of zijn het hier ook nog polderijen? Aan het einde van de Arlersteeg is een groot paardencentrum dat zich voornamelijk bezighoudt met fokken. De paarden zelf hebben wel wat anders aan hun hoofd. De Waterweg is het logische vervolg van mijn tocht en dan de Arkemheenseweg. Dan rechts de rechte Hoeverveldweg in, links naar de Stenenkamerseweg. Een fietsstraat op het platteland. Belangrijker echter is dat hier een kwekerij is waar Lief graag komt. Zullen we nog even langs Petersen? vraagt ze dan tijdens een fietstochtje. Dat langs is betrekkelijk, want meestal gaan we ook het erf op en wordt er gesnuffeld aan plantjes. Ik kan nu met een gerust hart doorlopen en de Kuiterweg opgaan totdat ik bij de Vanenburgerallee kom. Hier eindigt de etappe en ik volg de Zuiderzeestraatweg, niet naar de Zuiderzee, maar naar het decentraal gelegen station van Putten. Een mooie tocht met veel asfalt.

Pieter & Coby Metz
Wandelen door de Gelderse Vallei
etappe 8
Spakenburg naar Putten (station)
17 kilometer
of bestel bij Gegarandeerd Onregelmatig (klik hier), waar je de gids ook kunt inzien.
Klik hieronder voor de bewegende beelden:
https://www.relive.com/view/vAOZ7r48ey6
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.