De deur van hotel Schwung waar ik heb overnacht heb ik achter mij dicht gedaan. Buiten is het 10 graden. De zon is onzichtbaar. Om 7 uur klonk de wekker en voor achten zocht ik mijn weg naar de ontbijtzaal waar niemand aanwezig was. Wel stond er ontbijt klaar, verdeeld over 2 tafels en een koelkast. Nog tijdens mijn ontbijt kreeg ik gezelschap, in een verre hoek van de ontbijtzaal.
Buiten loop ik langs twee middelbare scholen (beiden een gymnasium). Voor de gebouwen staan veel fietsen die klaar zijn om mee door de bossen te scheuren. Ik loop dwars door het centrum heen, dwars door de donderdagmarkt met veel planten, langs het oude stadhuis en ik kom uit bij de Bocholtse Aa, de rivier die dwars door de stad stroomt. Vandaag zie ik meer eetgelegenheden dan ik gisteren zag. Blijkbaar zocht ik in het verkeerde deel van de binnenstad.

Ik ga de rivier volgen in oostelijke richting. Dan aan de éne oever, dan aan de andere oever. Meestal is het aan de noordelijke oever waar een wandel- en fietspad ligt. Na een paar kilometer kom ik over een stuw. Daar vlakbij is een brug en een bakkerij. Ver buiten iets dat op een flinke bebouwde kom lijkt. Toch zie ik klanten in- en uitlopen. Ik loop er langs, die klanten mogen er ook zijn. Nog ruim 3 kilometer langs deze rivier die bij Ulft uitloopt in de Oude IJssel en vervolgens in de IJssel. Ten zuiden van Süderwick (net na WO2 heette het hier Zuiderwijk en was het deel van Dinxperlo geworden. Nederland had het gekregen als compensatie voor de geleden schade tijdens de oorlog. Later heeft Nederland het weer teruggegeven.) ga ik weer een brug over en verlaat ik de Bocholter Aa. Dan kom ik uiteindelijk eens door een bosperceel (Klimawald!!). Hier neem ik een pauze op een winderig bankje langs een weg. Even later blijkt dat 50 meter verderop een bankje uit de wind en in de zon staat. Ja, de zon heeft weer van zich laten schijnen. Vervolgens wandel ik door het agrarische gebied van Herzebocht. En dan kom ik in Isselburg.

Er is niet veel te doen. Een vrouw loopt naar een sportclub op een bedrijventerrein. De torenklok laat van zich horen. Een andere vrouw wast (een sport op zich) de hoge ramen van een winkel. Ik kom uit op een klein pleintje met industrieel erfgoed en een grote minibieb. Ik besluit om geen boek(en) mee te zeulen. Langs de rand van de bebouwing verlaat ik Isselburg. Gelukkig kom ik al heel gauw weer water tegen. Dit is de Wolfstrang. Zie ik ook eens een wolf. Links en rechts van mij wordt gegolfd, maar dat heeft niets met het stromende water te maken. Middenop het golfterrein van Wasserburg is een nog werkende boerderij. De route gaat over het erf. Tegen het einde van de golfbaan is een schietbaan (of afslagbaan). Ik word middels borden gewaarschuwd voor vliegende golfballen. In de verte staat een man klaar om dat kleine balletje een enorme klap te verkopen. Een paar meter voor mij vliegt de bal over de weg. Ten diepste is de golfsport een veredelde vorm van knikkeren. Aan het einde van het golfterrein ga ik rechtsaf en steek de Issel over. Kort daarop passeer ik de oprit voor Wasserburg Anholt. In de jaren 90 van de vorige eeuw zijn wij hier met onze kinderen geweest tijdens een fietsvakantie. We konden in de Wasserburg een Rembrandt met eigen ogen zien. Het centrum waar ik doorkom via de Eiermarkt (alsof ik in Barneveld ben) is stil en bijkans verlaten. Ook bij het oude stadhuis is het stil. Dan maar langs de oude kerk van Sint Pankratius en door een woonwijk, waardoor ik ook nog een molen zie. Ik kom uit bij voetbalvelden en de achterkant van Haus Pannebecker. Aan de achterzijde van dit restaurant annex café ziet het er stil uit. Aan de voorzijde is echter de deur open. Ik drink thee en eet soep. De man achter de toog spreekt vloeiend Nederlands. Eerder op de dag was er wandelaarster op het Noaberpad in de zaak geweest, vertrouwt hij mij toe. .

Na mijn pauze ga ik verder om met een omweg uit te komen in Gendringen. Ik wijk even van de route af om naar de joodse begraafplaats van Anholt te gaan. De laatste begrafenis vond plaats in 1933. Ik zoek de route weer op en kom bij de grens met Nederland die ik een tijdje volg, langs de Krummer Bach. Dan loop ik mis waar ik met een andere wandeling hier ook mis ben gelopen. Gelukkig ben ik geen ezel, want die stoot zich in ‘t gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen. Rechts ligt een golfbaan, een man draait weg van zijn medespelers. Zijn handen vormen een beschutting voor een sigaret en een brandende lucifer. Er komt witte rook uit zijn handen terwijl de eerste druppels uit de hemel vallen. Gelukkig blijft het bij de eerste druppels. Langs het oude Openluchttheater, door een recreatiegebied (met een blote-voeten-pad) van Engbergen. Bij de Engbergseweg en de Oude IJssel ga ik van de route af en loop Gendringen binnen door het Kernspark. In het centrum zoek ik naar een eetgelegenheid. Die vind ik bij MoTTo aan de Grotestraat, een bijzonder restaurant met vintage aankleding en nog meer aangenaams. Zéér de moeite waard en ik heb er een heerlijke aspergesoep gegeten. Nog even naar de Coop (binnenkort PLUS), waar mijn rugzak de winkel niet in mag. Dan op weg naar mijn gastadres waar ik hartelijk wordt ontvangen met thee en eigen baksel en de weg wordt gewezen naar slaapkamer, badkamer (inclusief toilet) en een rustige nacht.
Zo ligt er weer een prachtige wandeldag achter mij.
Noaberpad 15
Bocholt (D) naar Gendringen
30 kilometer

Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.