
Wanneer ik aankom bij Kwintelooijen begint het serieus te regenen. Ik sta bij een bankje met uitzicht op de afgraving van de stuwwal. Ja, hier is een deel van de stuwwal afgegraven. Twee buurmannen begonnen halverwege de vorige eeuw met zandwinning. Toen die ondermijnende activiteit een halt was toegeroepen kwam er ruimte, bijvoorbeeld voor motorcrossers. Gelukkig is het nu stil, op het vallen van de regen na. Ik trek mijn regenbroek aan en ga op het bankje met uitzicht zitten. Een groepje mannen nadert van links en zij kijken naar het uitzicht. Na enig onderling gepraat vervolgen zij hun weg. Het lijkt mij een groep mannen die in weer en wind en zon en regen op pad gaat. Afspraak is afspraak. Waarom zou je je laten tegenhouden door een potdichte hemelkoepel?! Eerder op de dag ben ik een ander groepje wandelaars tegengekomen. Ik was net vertrokken van de bushalte Dorp in Amerongen en via het kasteel liep ik door de Amerongse Bovenpolder. Ik stak de doorgaande weg over en kwam in voormalig tabaksgebied, althans hier staan enkele replica’s van tabaksschuren. Ik loop naar het noorden over de Veenweg. Met een haakse bocht ga ik naar rechts en daar staat de troep. Mannen en vrouwen van een gezegende leeftijd. Zij keuvelen en lachen. Hebben zij zich hier verzameld voor een wandeling? Het naastgelegen parkeerterrein onder de bomen is bijna vol. De groep staat vlakbij een klein onopvallend monument aan de rand van het bos. Dit monument is de Zuil van Waterloo. Waterloo ligt in de buurt van de Belgische hoofdstad Brussel/Bruxelles. In Waterloo vond de Franse keizer Napoleon zijn Waterloo. Voor de bewoonster van kasteel Amerongen jonkvrouw Annebetje van Tuyll van Serooskerken betekende dit een terugkeer uit vrijwillige ballingschap die zij in Engeland had doorgebracht. Haar drie zooons waren levend teruggekeerd van het front. Als herinnering liet zij deze zuil oprichten in 1846. Daarna raakte de zuil lang in de vergetelheid, totdat de zuil werd opgegraven en in 1963 op deze plek werd neergezet. Niet alleen voor de historische mens is dit een plaats van belang, ook voor de culinaire mens is er wat te doen want vlakbij staat Berghuis of heet het tegenwoordig Mas Montagne (weer die Franse invloed!), waarin een restaurant is gevestigd. Tegenover het restaurant is een opengewerkte grafheuvel. Het een houdt geen verband met het ander. Even ten noorden kom ik op het hoogtepunt van de Utrechtse Heuvelrug. Boven op de Amerongse berg sta ik op 69 meter boven NAP. Op het hoogste punt staat een vierkante informatiezuil, die wel een schoonmaakbeurt kan gebruiken. Vanaf dit hooggelegen punt daal ik vijf meter af naar het middelpunt van het Sterrenbos. Aan het einde van de 18e eeuw werd dit bos aangelegd met strakke hand. Het padenstelsel heeft de vorm van een wagenwiel met een achttal spaken. In de as van het wagenwiel staat een eeuwenoude eik. Om de stam zijn bankjes geplaatst. In vroeger tijden kon je vanaf dit as-punt de acht lanen goed in de gaten houden. Tijdens de jacht kon je hier elk dier dat een laan overstak op afstand om het leven brengen. Gemak dient ook hier de mens. Mijn pad gaat in noordoostelijke richting en komt uit bij het Egelmeer, dat niets met een of meerdere egels te maken heeft. Het schijnt een verbastering te zijn van een Latijnse benaming, gegeven door de Romeinen, waardoor het meer meer met bloedzuigers te maken heeft dan met egels. Ook in deze contreien kom ik veel hardlopers tegen. Zij willen nog net voor de bui binnen zijn. Van het Egelmeer ga ik in een lange rechte lijn naar het zuiden, langs de Elsterberg (62.5 meter). Bij De Solkuil (een vroegere sprengkop) ga ik landgoed Prattenburg (van de familie Asch van Wijck) op en daar staat bij de Solkuil nog steeds een eenzaam huis. Verder naar de Remmerdensche Heide waar op de paden veel uitwerpselen van dieren liggen maar ik zie geen dier. Dan kom ik bij Kwintelooyen.

CunerakerkVan Kwintelooyen zet ik langzaam maar zeker de afdaling in door de bossen, over de Paasheuvel, door de Rhenese stadsbossen, over landgoed De Tangh (waar ik netjes gevraagd wordt om gegevens over de bij en de libelle door te geven vanwege biodiversiteitsonderzoek). Elk reepje groen wordt gebruikt om dieper Rhenen binnen te dringen. Hier heet de wijk Molenberg, met een oude watertoren met ingebouwde appartementen. Uiteraard mag de Cunerakerk niet ontbreken op de route. Hier werd al in de Middeleeuwen de heilige Cunera vereerd. De route komt door een oud deel van de stad en blijft aan de zuidkant zodat ik zicht heb op de Nederrijn en op de brug over deze rivier. Het regent nog steeds flink. Ik ga over de Schoutenboomgaardweg, om verrvolgens de Cuneraweg op te gaan waar ik aan mijn linkerhand goed bewaarde mooie oude rijtsjeswoningen aantref. Op het balkon zullen de bewoners mooi uitzicht op het rivierlandschap hebben. Een vrouw te voet komt mij tegemoet. Zij draagt haar paraplu schuin zodat zij beschermd is tegen regen en wind. Echter, het zicht ontbreekt haar. Oppassen dat wij niet tegen elkaar oplopen. Gelukkig heeft zij het op tijd in de gaten. We praten even en zij wenst mij een goede wandeling toe. Ik heb nog ongeveer drie kilometer te gaan.

De brug naar de Betuwe ga ik onderdoor en de Cuneraweg verlaat ik om de Vogelbuurt in te gaan. Zo te zien een vrij nieuwe wijk waar zelf een wadi niet aan ontbreekt. Het pad gaat langs de noordkant van de Grebbeplas. Deze naam wijst er op dat de Grebbeberg niet ver weg is. Een steil pad wijst de weg naar het hooggelegen bos. Hier ben ik op de berg. De Grebbeberg leeft voort in het collectieve geheugen als de plek waar zwaar werd gevochten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Er is dan ook op flanken van de berg een Erebegraafplaats. Ik ga de kant uit van de rivier. Ik blijf op hoogte zodat ik mooie uitzichten heb, zelfs met dit weer. Nog aan deze kant van de rivier ligt het natuurgebied de Blauwe Kamer waar het ook goed wandelen is, tenzij de rivier een hoge waterstand kent. Ik passseer Koningstafel waar volgens de verhalen vorsten van allerlei rang en stand aten (na een jachtpartij?) om tegelijk te kunnen genieten van de uitzichten. Vlakbij is een mooi uitkijkplatform. In dit bos zijn veel trappen van cortenstaal aangelegd. Met een van deze trappen maak ik de lange afdaling naar een fietspad dat mij naar de Grebbesluis brengt. Bij de oprit naar Villa Grebbeoord staat Wandellief mij op te wachten. Ik leg mijn natte spullen in de achterbak en stap de warme auto in.
De Heuvelrughike zit er op. In vijf etappes van Huizen naar de Grebbeberg. Een prachtige route voor alle jaargetijden. Als het in december kan kan het in elke maand.

Amerongen – Rhenen
Heuvelrughike, etappe 5, 20 kilometer
Uit het boek:
Marianne Wildenberg – Heuvelrughike. Wandelen door uniek stuwwallenlandschap
uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, augustus 2022
Deze wandelgids met naast de routekaarten en de routebeschrijving veel extra informatie over het gebied kun je HIER bestellen.
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.