In juni 1921 stapten Bertus Seubring en zijn kameraad Ruurd Stoeltje op hun fiets. Zij waren van plan om een wereldreis te maken waarbij zij aandacht zullen vragen voor de kunsttaal Esperanto. Met name Bertus (26 jaar) had al aardig wat ervaring met deze taal want hij correspondeerde met mensen in meerdere landen. In deze nieuwe taal wilde hij ook graag een nieuwe wereld van socialisme en anarchisme verspreiden. De beide kameraden wilden op hun tocht ook Praag aandoen waar een Internationaal Esperanto Congres gehouden zou worden. Ze droegen zichtbaar op hun kleding het logo van de Esperanto-beweging. Hun fietsen worden gesponsord (ja, toen ook al) door de Amsterdamse fabriek van Hima. In juli zijn de beide mannen op het congres in Praag. Daarna gaan zij verder door Duitsland, Luxemburg, België en Frankrijk. In december zijn zij te gast bij Esperantisten in het Spaanse Barcelona. Dan zien wij in april 1922 Bertus en Ruurd in het Italiaanse Venetië. De stad Sofia bereikten zij in augustus. Dan zijn zij al meer dan een jaar onderweg. De volgende grote stad is Constantinopel (oftewel Istanbul). Op dat laatste traject gaan de beide mannen uiteen. De verbroederende Esperanto-taal schiet blijkbaar tekort. Ruurd gaat op weg naar Nederlands-Indië waar hij in juni 1924 opduikt. Bertus gaat een andere kant op. Hij kiest voor een boottocht van Constantinopel naar het Egyptische Alexandië. Daar gaat hij verder te voet. Met tent en hond en geweer en dragers. Hij weet van geen ophouden want in mei 1925 komt er bericht uit de stad Nairobi (de snelgroeiende hoofdstad van de Britse kolonie Kenya) dat hij daar is aangekomen. Het is onvermijdelijk dat hij allerhande avonturen beleeft met wilde dieren en onvriendelijke mensen. In de jaren van 1922 tot 1928 loopt Bertus door en door aan de oostelijke zijde van Afrika (wat iets anders is dan Oost-Afrika, zoals Berveling schrijft). Van Nairobi gaat het naar Tanganyika, Belgisch-Congo, Nyasaland, Portugees Oost-Afrika, Rhodesië en uiteindelijk Kaapstad. De route tussen Cairo en Cape Town was al een bekende route. Tegen het einde van de 19e eeuw liep bv de Engelsman Ewart S. Grogan al van de Kaap naar Cairo en schreef er een boek over. Bertus was niet de eerste en niet de laatste en zijn prestatie blijft groots. In 1929 is hij terug in zijn vader- en moederland.
Dit verhaal over Bertus en Ruurd is één van de prachtige verhalen over meestal jonge mannen die Nederland verlieten en aan de wandel gingen. De motieven voor een wandeling (vaak was het doel 40.000 kilometer, als een rondje om de wereld) waren divers. De één wilde de Nederlandse justitie ontvluchten. De ander wilde vergelegen volken leren kennen en daar over schrijven. Een derde was werkloos geraakt. Velen zochten het avontuur. Soms ging iemand in zijn ééntje op pad. Anderen gingen samen. Soms man en vrouw. Soms een compleet gezin. Meerderen kwamen terecht in Oost-Indië om daar onder de Nederlanders (onder betaling) te verhalen van hun wandeltocht. Velen onderhielden zich door de verkoop van ansichtkaarten, waarop een foto stond en informatie. Anderen speelden muziek of schilderden. Bertus en Ruurd en anderen werden ook gesponsord. Anderen gingen in op een uitdaging, bv binnen een bepaalde tijd van Amsterdam naar Parijs wandelen met een blok (!) aan het been. Aardig wat wandelaars staken zich in een Volendams costuum om zo meer aandacht te genereren en dus inkomsten, onderdak, een maaltijd.
Jaco Berveling heeft een prachtig boek geschreven dat vol staat met avonturen, decepties, gevaren, berovingen. Vol met doorzettingsvermogen, met vlotte babbels van wandelaars. Bij tijd en wijle kregen wandelaars niet alleen dikke voeten van het wandelen, maar ook een dikke duim waaruit verhalen werden gezogen die het aandachtige publiek dankbaar aanvaardde. Politici en politiemensen werden op sommige tijden de plaag van de wandelaars zat en poogden meer regels in te voeren om het de wandelaars wat lastiger te maken. Niet ieder land zat te wachten op een wandelaar die achter verre horizonten vandaan kwam. Soms houdt de informatie over een wandelaar ineens op. Is betrokkene overleden? Of hij is met een zeer stille trom terug de landsgrens overgestoken? Heeft hij zich ergens gevestigd, zonder ansichtkaarten? In 1930 was de hausse aan wandelaars voorbij. Een enkeling stak nog een grens over.
Het boek is goed gedocumenteerd, met vele eindnoten en een overzicht van de zoektocht naar informatie. Voor extra informatie kun je kijken op de bijbehorende website Globetrottermanie .
Zoals gezegd: een prachtig boek dat mij van begin tot einde heeft gefascineerd.

Jaco Berveling
Wereldwandelen!
De Nederlandse globetrottermanie, 1905-1935
uitgeverij De Republiek
ISBN 9789086050345
301 pagina’s
geïllustreerd
Dit boek heb ik ontvangen van de uitgeverij voor een recensie op mijn wandelwebsite.
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.