
Het bankje waar ik op zit staat met de rug naar het kerkhof.
Rust op het hof naast het kerkgebouw van de protestantse gemeente van Echteld.
Voor mij ligt de Ooisestraat.
Aan de andere kant van de straat staat een groot huis.
De tuin grenst aan de achterzijde aan de Achterstraat.
Een man komt van links aanfietsen en ik neem een slok koud drinken uit mijn thermosfles.
Hij stopt voor het perceel, duwt het lage ijzeren hek open en gaat met fiets en al het grintpad op. Wanneer de fiets zelfstandig staat maakt hij het touw los van een markies aan de zijkant van het huis. De zon staat in de middag op dit raam. Op naar de volgende markies. Ik neem een hap van bananenbrood met yoghurt. Terwijl ik langzaam kauw loopt de man onverschrokken naar de voorkant van het huis. De derde markies gaat naar beneden. De vierde markies gaat naar beneden. Terwijl de man de tuin inloopt en inspecterend rondgaat neem ik nog een slok. Dan, als in een vooropgezet plan, loopt de man naar zijn fiets, gaat over het grintpad, door het opengeslagen ijzeren hek. Achter zich doet hij het hek dicht en steekt met fiets en al de straat over en nadert mij. Nu komt het er op aan. In Echteld gebeurt altijd wat. Wat zal het dit keer zijn? We raken aan de praat. Hij zorgt tijdens de vakantie van de plaatselijke predikant voor het uiterlijk van de pastorie. We praten over de plaatselijke protestantse gemeente, over de kerkgang, over de kerkgangers die er wel een ritje voor over hebben om vanuit andere dorpen hier te kerken. Hij gaat verder en ik pak mijn bezittingen bij elkaar, slinger de rugzak om mijn schouders en loop naar het informatiebord van mijn aanstaande wandeling.

Vanaf het informatiebord gaat er een aanlooproute naar de route die net voorbij de N323 begint. Maar …. er is ook de mogelijkheid om vanaf dit punt in precies de andere richting een extra lus te lopen, vervolgens de aanlooproute te doen en daarna aan de route te beginnen. Wie op dit moment in de war raakt en geestelijke bijstand nodig heeft kan ongetwijfeld aankloppen bij de pastorie. Ik besluit om de lus erbij te nemen. Zo kom ik langs hotel restaurant BAL en langs kasteel Wijenburg, dat vanaf de route goed verborgen ligt achter de bomen. De oprijlaan kan ik niet op want deze is momenteel alleen toegankelijk voor genodigden. Het kasteel is niet meer bewoond, maar is wel een prachtige gelegenheid voor feesten en partijen en het sluiten van een huwelijk. In het jaar 1956 wisselde het kasteel van eigenaar en ging het over in de handen van Vrienden van Geldersche Kasteelen. Voor een boomgaard ga ik linksaf over een smal pad dat de mooie naam ‘Laantje naar Parijs‘. De richting die ik uitga is weliswaar precies niet die naar Parijs, maar dat wisten de twee freules Van Balveren ook en toch liepen zij over dit pad (nou ja, het oorspronkelijke pad liep net iets anders) naar het station van Echteld, vanwaar zij naar Parijs gingen, na eerst gewacht te hebben in de Wachtkamer der Eerste Klasse, die er speciaal voor hen stond. Een deel van het oude station staat nog langs het spoor. Wat er verder is gebleven is de Stationsweg, met een vrijliggend fiets- en voetpad. Ik ontmoet een man met hond. De man heeft een shirt aan met teksten. Ik ontwaar Echteld en 2023. Wij groeten elkaar zonder stil te staan. Over de oude Voorstraat (er zijn hier nog huizen te koop) kom ik terug bij waar ik begon. Eén kilometer ben ik onderweg en er is al zoveel gebeurd. Dan de Ooiseweg over en onder de N323 door en dan meteen linksaf door een grasgebied dat een buffer vormt tussen de weg (die naar de Prins Willem-Alexanderbrug gaat) en percelen van mensen. De weg ligt hoog, daar heb ik geen last van. Ik kom uit op de Waalbandijk. Deze dijk volg ik in westelijke richting, dat wil zeggen dat ik niet over de dijk loop, maar onderlangs in de uiterwaarden. De Waal is nog ver weg, zodat ik geen risico loop op natte schoenen en misschien zelfs natte voeten. Net het hele traject wordt zwaar belopen door wandelaars, gezien de opschietende grassen, brandnetels en andere nuttige groeisels en bloeisels. Op andere plekken is een machine aan het werk geweest. Het gedroogde gras ligt in plukken verspreid over mijn spoor. Uit westelijke richting komt een ponykar aangelopen. Oma heeft de teugels stevig in handen. Twee kleinkinderen naast haar. Een meisje op de fiets vergezelt het gezelschap. Prachtige dag om er met de pony op uit te gaan. Bij de kruising van de Waalbandijk met de Prins Willemsweg (er is hier zelfs een polder naar mij genoemd) ga ik richting Waal en dan dwars door het groen verder. Ik krijg een waarschuwing met het oog op grote grazers, maar ik zie onderweg niets dat lijkt op een grote grazers. Ben ik weer te grazen genomen!

Na een enigzins gecompliceerde overstap kom ik op de dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Aan de overzijde van het kanaal ligt Tiel. Ik ga rechtsaf richting Amsterdam. Maar voordat ik daar zou aankomen heb ik eerst zicht op de sluizen in het kanaal. Deze sluis is genoemd naar Prins Bernard. Wat precies de relatie sluis-Prins Bernard is weet ik niet. Een enkeling ligt in de zon langs het water. Door kleine weilandjes (voor paarden? voor runderen? ) en via overstapjes kom ik op de Verlengde Spoorstraat. Hier geen gras, maar asfalt. Op het moment dat ik op Den Akker de haakse bocht naar links neem word ik gegroet door twee wandelende groeters. Zij herkennen mij. Toen zij op de kruising van prins Willem en Waalbandijk zaten en lunchten kwam ik langs. Het echtpaar loopt het Betuwepad en zij zijn bezig met hun laatste wandeldag van deze route. Ik heb mijn zinnen gezet op de picknickbank waar zij zaten. Ik zie een man zitten. Zijn fiets staat in zijn nabijheid. Ik schuif bij hem aan en wij raken aan de praat.
Mooi weer.
Ja, mooi weer.
Het is ons allebei opgevallen dat het mooi weer is. Om zijn verblijf op de bank bij de tafel nog mooier te maken steekt hij een sigaret op. Hij komt uit Ochten en straks gaat hij naar huis. Vanavond naar Dodewaard en terug. Geen bijzondere reden. Zijn trapondersteuning brengt hem heen-en-weer. Lopen lukt me niet meer zo goed. Bij dat hek (hij wijst naar het dichtsbijzijnde hek op het kruispunt) kom ik niet. Met veel moeite stapt hij op zijn fiets met lage instap. Op het kruispunt is het even druk. Ik zie hem gaan over de slingerende Waalbandijk. Ik neem nog een slok koele drank. De Biezenburgseweg wacht op mij. De zon streelt het asfalt. Dan de Remkettingweg, de naam dateert uit de tijd dat je op de fiets nog een terugtraprem had. Huizen slapen langs de weg.
En dan, ineens hoor ik geroep.
Een auto komt tot stilstand op de afslag naar Sloopwerken en een Aannemingsbedrijf annex Loonbedrijf van Piet.
Ik versta het geroep niet.
De man heeft het raampje bij de passagiersstoel naar beneden gedaan.
Hij neigt naar mijn kant.
Ik kom dichterbij.
Hij roept nog een keer.
Ik kom nog dichterbij en draai mij minst slechte oor naar hem toe.
Dan hoor ik het.
Wanneer we elkaar nog een keer ontmoeten dan wordt het een rondje!
Het is de man met de hond.
Ik herken hem aan zijn shirt met Echteld en 2023.
We praten even.
In Echteld gebeurt altijd wat.
Als Herkende Wandelaar ga ik verder via asfalt en een andere weg en door de weilanden. Dan kom ik terug op de Remkettingwweg en dan de Ooisestraat.
Een fietsechtpaar zit op de bank bij het informatiebord van het Klompenpad.
Zij delen tijd en voedsel uit, aan elkaar.
In Echteld gebeurt altijd wat.

Echteld
Klompenpad Wijenburgsepad (klik op deze link)
12 kilometer
Klik voor bewegende beelden op:
https://www.relive.cc/view/vevYpJD9Qyq
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.