Op het kale station Deventer – Colmschate neem ik een pauze met een paar happen brood en roggebrood.
Een paar slokken thee.
Ik pak mijn rugzak in en ga op pad.
Mijn weg gaat naar het noorden, via plaatselijke richtingswisselingen. Een rotonde brengt mij naar het terrein van het P.W. Janssen, een verpleeghuis. In mijn hoofd staat dit huis nog steeds in Almen, ik besef dat ik achterloop. De tijden zijn veranderd, maar ik blijf hangen in herinneringen. Uit onze kerk in Deventer was iemand verhuisd naar Almen. Het blijft een fragment uit het verleden, dat af en toe opduikt door de juiste context. Door een route over dit terrein raken werelden elkaar. Een goed teken. Voorbij het verpleeghuis en het hospice kom ik in vlindergebied. Ik wandel langs een volkstuincomplex waar een enkele man de spade in de grond steekt. Aan de overkant van de weg ga ik langs een doolhof. Ik neem niet het risico om naar binnen te gaan. Naar binnen gaan is niet het probleem, het beëindigen van het traject voordat het duister de paden overneemt wel. Er is aandacht en tijd besteed aan de aanleg van dit gebied waar het goed toeven is. Er zijn ongeveer 40 soorten vlinderstruiken geplant. Er is zelfs op het terrein een Tiny Forest. Een bosje, noemden wij dat vroeger. Maar waar is vroeger gebleven, buiten mijn hoofd om? Al wandelend kom ik in de Vijfhoek, één van de wijken van het nieuwe Colmschate. Dit is ook de wijk waar het grote ziekenhuis ligt. .
In deze wijk kom ik aan de voet van Het Baken, een bijzonder gebouw. Dreigt het om te vallen? Dreigt het te kantelen? Welke kant gaan de muren uit? Er zijn zes gevels aan dit gebouw, terwijl veel gebouwen met vier gevels toe kunnen. Deze gevelvlakken staan allemaal uit het lood, nergens kan ik evenwijdige gevellijnen ontdekken. Het gebouw telt 22 appartementen en om toekomstige bewoners te werven is er in de plint van het gebouw een kinderdagverblijf. Langs waterwegen en langs huispercelen kom ik aan de rand van de bebouwing van de Vijfhoek. Aan de overzijde van het water regeert het IJsellandschap. Ik zie een boerderij van nieuwe snit en veel gras er om heen, met stroken ongemaaid groeisel. Een trekker gaat langzaam over het terrein gaan. Ik ben nu op het terrein van Gooiermars, waar 60 hectare (60 x 100 x 100 meter) landbouwgrond nu natuurgebied is. Een werkzame combinatie van Het IJssellandschap en De Bannink, een groot landgoed. Het pad dat ik bewandel is ruimschoots voorzien van modder en diepe waterplassen. Mijn schoenen doen het goed, maar toch kies ik voor het nieuw betreden pad tussen de modder en een sloot. Over de Spijkvoorderweg kom ik, niet verrassend, bij Spijkvoorde. Het pad dat ik zojuist heb afgelegd was al een voorde, een doorwaardbare plaats in een rivier of andere waterweg. Op Spijkvoorde (met papieren die teruggaan tot 1399) wordt druk gewerkt aan de herinrichting van het erf. Of er nog geboerd wordt is mij niet duidelijk, want er wordt ook overnacht door buitenstaanders en vergaderd en getraind en gecoached.
Even verderop zou ik met een camper kunnen staan op De Brandkoele, maar ik heb geen camper, dus wandel ik verder. Ook de ijsverkoop zit achter slot en grendel, een extra reden om verder te gaan. Nog verder, even over de Oerdijk, zou ik kunnen overnachten met een groep bij Huis in ’t Veld, maar ik ben niet met een groep, dus wandel ik verder over de Schooldijk, waarlangs ooit het Lindeschooltje stond. Een bord aan een pand herinnert aan die oude tijd. Geen Lindeschool meer. Verderop ligt de Soestwetering in het landschap, geflankeerd door de Linderweg. De wetering zorgt voor de afwatering naar uiteindelijk de IJssel. Er ligt nog genoeg water op mijn pad, dat niet is afgeweterd. Van wetering naar kanaal, het Overijssels kanaal. De naam van een andere provincie zou hier niet passend zijn. Bijna in de oksel van beide wateren ligt een oudijzerbedrijf. Niets is hier onmogelijk. Langs het kanaal staat een huis. Twee bouwlieden werken op het houten spant van een nieuwe schuur. Ik sla vlak voor de onderdoorgang onder de N348 linksaf, een smal fietspad. De Lettelerleide volg ik, krommend door het landschap. Dan zie ik een ruimteschip dat onlangs is geland. Lichten zijn aan. Er is beweging. Het ronde gebouw met een rond dak blijkt aantrekkingskracht te hebben op enkele fietsers. Het is de stadsboerderij Heerlijkheid Linde. Vroeger kende Deventer stadsboerderijen, maar die lagen in de oude stad. Ik heb er dichtbij gewoond. Deze stadsboerderij ligt ver buiten de stad. Toch wil deze boerderij een verbinding leggen tussen platteland en stad, onder anderen door verkoop van ijs en vlees. Verder aan de weg komen scouts bij elkaar in een groot onderkomen aan de rand van het bos. Wanneer ik de Oerdijk ben overgestoken begint het te regenen. Onder overhangende struiken aan het Carl Rensingpadpad doe ik mijn regenjack aan en gaat de regenhoes om mijn rugzak. De regen wordt er niet minder van. Aan het einde van het pad schuil ik onder een overkapping van een hoekhuis. Daar trek ik ook mijn regenbroek aan. Mijn mobieltje stop ik in een waterwerendhoesje. Ik ben er klaar voor, maar eerst nog een appel wegwerken. De regen blijft doorgaan. Steeds minder mensen zijn onderweg. Toch waag ik de voortzetting van mijn tocht. Langs Tjeenk Willink (een andere) en Van der Marck (ja, die!) kom ik op de Vijfhoekseweg, waar ik verregende fietsers tegenkom. Dan kom ik bij de Ulebelt. Dankzij de regen zie ik niet goed wat ik allemaal zie. Ik zie gebouwen, paadjes, gebouwtjes, tuintjes, hekjes en een naderende sluitingstijd. In de volle zon zal het er hier heel anders uitzien! Water van boven, water langs het pad, water op het pad. Het kan niet op! Soms is een pad nauwelijks als pad herkenbaar. Dan omcirkel ik een uitgestrekt pand waarin verschillende organisaties hun onderdak hebben gevonden, waaronder The Mall van Youth for Christ. Door groene elementen in deze buurt kom ik uit bij de noordkant van het station. Even wachten op de trein naar Deventer. Op het station Deventer wacht ik op de trein naar Amersfoort. Ik doe mijn regenbroek uit en wurm mij de trein in en vind een zitplaats. De koekstad laat ik langzaam achter mij.
Marycke Janne Naber
wandelen buiten de binnenstad van deventer
uitgever gegarandeerd onregelmatig 2022
wandeling 4 – 14 kilometer