Colmschate uit.
Dat was een flinke onderneming.
Eerst verzamelen op Zandweerd, vlakbij de IJssel.
Vervolgens met de hele groep naar dat verre dorp Colmschate.
Hopenlijk ongeschonden, na het duel tussen de stadse jongens en de dorpse jongens, terug naar de Zandweerd.
Nu sta ik op station Colmschate. Om mij heen een verdwenen dorp en veel bebouwing. Colmschate valt nu onder Deventer. Colmschate is tegenwoordig in het gelukkige bezit van een treinstation op de lijn Deventer-Almelo. Nu was er eerder, zelfs voor mijn tijd, een ander stationnetje op de lijn Deventer-Almelo. De spoorlijn doorsnijdt namelijk het grote landgoed De Bannink. Sinds de aanleg van deze lijn was er een halte op het landgoed op vriendelijk verzoek van de eigenaar wiens landgoed door het ijzeren paard werd doorsneden. Het stationnetje hield stand tot 1932.
Ik sta op het station en probeer mij te oriënteren. Ik heb gekozen voor wandeling één uit het boekje. De wandeling zal mij naar het oosten voeren, naar Bathmen (Battum), eerst aan de noordkant van de weg tussen Deventer en Holten, de terugweg gaat aan de zuidelijke kant van deze weg. Maar eerst door het nieuwe Colmschate. Al snel kom ik in een groen gebied. Links van mij ligt De Achterhoek. Niet te verwarren met de Gelderse Achterhoek. We zijn hier in Salland. Al in het einde van de 18e eeuw was hier een boerderij met die naam. De weg gaat verder tussen bebouwing en sportvelden. Ik kom door een buurt met straatnamen die verwijzen naar bekende Nederlandse architecten. Dan kom ik in een open gebied en dat blijft voorlopig zo. Zelfs het oprukkende Colmschate kent zijn grenzen. Die grens zal wel te maken hebben met een uitgestrekt landgoed waar ik nu naar binnen loop. Het is het eerder genoemde landgoed De Bannink. In de 14e eeuw bestond er een boerderij met de naam Bannink. Die boerderij lag aan de Essener es. Drie eeuwen later kwamen mensen van een gegoede familie uit Deventer naar de buurt van deze boerderij een begonnen een buitenplaats. Aan het einde van de 17e eeuw werd een landhuis gebouwd. Dit alles speelde zich af aan de zuidelijke zijde van mijn wandeling. Echter ook aan de noordelijke kant is er De Bannink. Dit kwam als erfgoed in de familie die De Bannink in bezit had.
Op het landgoed zijn verharde en onverharde wegen en paden. De onverharde hebben een leuke verzameling modder en plassen in bezit. Mijn nieuwe wandelschoenen krijgen meteen een flinke test. Blijven mijn voeten droog? Glijd ik niet weg in de modder? Op een nat en modderig graspad krijg ik een koude en natte rechtervoet. Wat is er gebeurd? Even later ga ik zitten op een slagboom voor een breed bospad. Ik trek mijn rechterschoen uit en, warempel, mijn sok is kurkdroog. Wat is er in mijn hoofd en bij mijn voet gebeurt? Inbeelding? Een koude schoen in mijn hoofd vertaald naar een natte sok? Op de plek waar ik een droge natte sok heb staat een infobord van Defensie. Hier is, ergens op het landgoed, een Logistiek Centrum van Defensie. Ik had al eerder kleinere borden van Defensie gezien. Dan heb je een tuin en een deel van jouw tuin wordt gebruikt door Defensie. Ik steek de Holterweg over en ga over een mooi en smal paadje door het Traasterbosch. Ik zie nog wat rabatten. Af en toe hoor ik een vogel. Uiteindelijk kom ik uit op een verharde weg, tegenover een grote manege. Links van mij ligt Oude Molen, een gehucht met een korenmolen. Ik ga rechtsaf, op weg naar Bathmen. Aan de rand van Bathmen word ik verwelkomd door een doek van BBB, het is het enige doek van deze beweging dat ik in dit dorp zie. Het hoofdkantoor van BBB staat in Colmschate, daar zag ik ook al weinig doek.
Al meer dan 1000 jaar geleden kwam Bathmen voor in de annalen, het dorp kwam toen onder het gezag van en in bezit van de bisschop van Utrecht. Ik krijg de indruk van een welvarend dorp, ik passeer winkels, bedrijvigheid, horeca, opbouw van een feestelijke activiteit op een groene driehoek. Ik houd pauze op een bankje in een ruim opgezette woonwijk. Grote huizen met ruime tuinen. Een enkele vrouw op een fiets komt voorbij. De schrijver Belcampo was hier in het dorp huisarts. Schrijven deed hij in een boomhut. Literatuur vereist een verheven werkplaats. Ik kom uit bij de Schipbeek, varende passanten worden opmerkzam gemaakt op een stuw en kanovaarders kunnen een kanostoep op. Voor mij is allemaal niet relevant. Bij de stuw kan ik een brug met kunstwerk (een harpinstallatie) over en vervolg de Schipbeek aan de andere zijde. . Bij de Woertmansbrug (en de ijsbaan die momenteel buiten werking is) steek ik het water wederom over en kom terecht op de Woertmansweg. Aan ramen zie ik een papieren verzet tegen windmolens. Weer eens wat anders dan verzet tegen laagovervliegende vliegtuigen of tegen een rondweg of tegen een AZC of tegen mensen of dieren in het algemeen. De Rodijksweg (met een hoog moddergehalte) brengt mij bij het bos- en watergebied waar huis De Bannink staat. Ik sta even stil bij de korte oprit naar het huis. Het hek staat open, maar ik weet mij te beheersen. Op de rechterzuil staat Trainers Academie. Aan de stilte te horen wordt er momenteel niemand op academisch niveau getraind. Toen de laatste bewoonster van dit Huis De Bannink overleed in 1991 kwam het gehele bezit in een familiestichting. Mijn wandeling gaat verder bossen en door weilanden, tot ik uitkom in de zuidoosthoek van Colmschate. Ik kom lamngs een nieuwe begraafplaats en een oud kerkhof. Dan volgt, na de rust van het buitengebied, het rumoer van het grote winkelcentrum. Een wirwar van winkels en mensen. Tussen vele parkeerplaatsen door kom ik terug bij het station.
Het is een verrasende wandeling in het buitengebied en in het dorpse Colmschate.
Marycke Janne Naber
wandelen buiten de binnenstad van deventer
uitgever gegarandeerd onregelmatig 2022
wandeling 1 – 15 kilometer