Lang geleden stonden Fietslief en onze kinderen en ik met de fiets aan de hand bij de muur van Hadrianus. Wij waren op een fietstocht in het noorden van Engeland. Op een dag wandelden wij bij Hexam langs de muur en poogden ons in te denken wat het betekende voor de Romeinen die hier gelegerd waren. We konden zitten op een bijna authentiek Romeins toilet voor meervoudige bezetting. Het gerucht ging rond in ons viertal dat op een dag we de hele wandeling van oost naar west (of andersom) zouden gaan wandelen. Het is er (nog) niet van gekomen.
De Vlaamse classicus Luc Devoldere (Kortrijk 1956) is gefascineerd door de grens van het Romeinse Rijk. De Muur van hadrainus was zo’n grens (= limes), grensgebied. Met een gezelschap wandelt hij van Bowness-on-Solway naar Newcastle langs de sporen van de grens langs forten en verhalen, langs vroeger en heden. In de loop van vele jaren heeft Devoldere zich beziggehouden met de Limes. Hij reisde in brokstukke, daar waar mogelijk. Hij reisde alleen, met zijn vrouw, met zijn diplomatieke dichter Eva, met gidsen die hij kende van eerdere zwerftochten. Langs de grenzen die binnensluiten en buitensluiten, die mensen beschermen en andere in gevaar brengen. Door poreuze grenzen en scherp afgebakende grenzen.
Ook in Nederland loopt de Limes. De laatste jaren is er veel werk verzet om dat deel van onze geschiedenis voor het voetlicht te brengen. De Rijn in allerlei gestalten is de noordelijke grens van het Romeinse Rijk, alhoewle ten noorden van die grens ook de aanwezigheid van Romeinen is vastgesteld. Soms kun je in het landschap een replica van een fort zien, of een in cortenstaal vastgelegde Romeinse militair die zijn cohort zoekt. Een wandelpad is aangelegd voor de historisch onderlegde wandelaar. Het Romeinse Limespad, dat in Katwijk begint en even voorbij Nijmegen eindigt. Maar je kunt nog verder gaan op internationale paden. Devoldere volgt dit pad en diept historische feiten op, meldt ontmoetingen in Leiden. Hij komt zelfs een keizer op het spoor, weliswaar geen Romeinse, maar een Duitse die in Doorn in ballingschap verbleef. Devoldere gaat de Rijn langs, schrijft over de Duitse schrijver Ernst Jünger, die wereldoorlogen aan elkaar verbond. Hij stapt over op de Donau, komt in Wenen en in Budapest en op de Balkan. Hij hoort over de Russische inval in Ukraïne. In iedere streek diept hij verhalen van lang geleden op, beschrijft de voortgang van het Rijk, de pijnpunten, de keizers en dilettanten. In Bulgarije en Roemenië zoekt hij naar sporen, hij zakt af naar Griekenland en Byzantium / Constantinopel / Istanbul, een stad als een palimpsest, met de Vlaamse diplomaat Boesbeke. Devoldere duikt met ons de geschiedenis van de westerse kerk en de oosterse kerk in. We worden geattendeerd op het belang van keizer Constantijn en synodes in Chalcedon en Nicea. De Turkse stad Trabzon (nu bekend van de voetbalclub) is de meest oostelijke plek van de Limes die hij kan bezoeken. Verder naar het oosten is een onbegaanbare weg, oorlog, geweld. Daar wisten de Romeinen wel raad mee, maar Devoldere buigt af naar het zuiden. Palmyra, Masada, Jeruzalem, over paulus en Jezus Christus: het verhaal dat wij moeten blijven vertellen. Simon, de pilaarheilige, in Syrië. Hij krijgt de kans om met een gids naar een oud Romeins fort dat ten zuiden van Amman ligt te bezoeken. Van Israël is het hemelsbreed een kleine stap naar Alexandrië, de stad aan de monding van de Nijl die genoemd is naar Alexander de Grote. De stad bekend in de oudheid om zijn bibliotheek (nu: Bibliotheca Alexandrina) en de kosmopolitische bevolking door de eeuwen heen. Libië is onbereikbaar, dan door naar Tunesië en de ontmoeting met de in het huidige Algerije geboren gigant Aurelius Augustinus, wiens werk het westen zo diepgaand heeft beïnvloed. In Algerije malken we kennis met het Franse Vreemdelingenlegioen en de Romein Vegetius (“Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog.”), die in de 4e eeuw een handboek Soldaat schreef. In Marokko verblijft Devoldere 3 dagen in Algerije in een klooster ten zuiden van Fez, waar de herinnering aan de vermoorde monniken van Tibhirini levend wordt gehouden. Over de gemeenschap van deze cisterciënzers van de strikte observantie schrijft Devoldere: “Zij belegeren de leegte met de kracht van hun geloof.” In de havenstad Essaouira was in de tweede helft van de 18e eeuw de helft van de bevolking joods, nu is er geen jood meer te vinden. De voormalige synagoge is nu een museum. Via het Italiaanse eilandje Ventotene (waar ooit een manifest voor Europese éénheid werd opgesteld) komen wij terecht bij een wandeltocht (bijna een pelgrimage) in het Vlaamse deel van Frankrijk. Een voettocht ter herinnering aan de Slag bij de Peene (1677), sommige wandelaars dragen de Prinsenvlag met zich mee. De schrijver zelf is thuis in dit gebied. De reis langs de Limes is voor hem een reis om zijn plaats in de wereld te bepalen, Ver weg zijn en thuis komen.
Luc Devoldere heeft vele jaren gewijd aan zijn zwerftochten langs de Limes. Te voet. Op de fiets. Met de auto, met de trein. Het resultaat is een groots boek (met Persoonsregister en Plaatsnaamregister). Leesbaar, imponerend, meeslepend. Van grens naar grens. Van verleden naar heden.
Luc Devoldere
Zwerven langs de Limes
De randen van het Romeinse Rijk
Athenaeum – Polak & Van Gennep 2024
ISBN 9789025313678
430 pagina’s
Dit boek heb ik ontvangen van de uitgeverij voor een recensie op mijn wandelwebsite.