Wandellief en ik zitten op een bankje.
Een houten bankje.
Voor ons ligt een vlakte.
Voor ons schijnt ook de zon.
Bijna geen geluid is te horen.
Af en toe krast een kraai.
Loopt daar iets of is dat een kale boomstam?
Thee wordt geserveerd.
Een boterham wordt opgediend.

Aan de Vijfsprongweg zijn wij begonnen aan onze wandeling door een draaihek door te gaan. We stuiten onmiddel;ijk op een groot bord dat ons laat lezen dat wij voor de Wildobservatiepost nog ongeveer 200 meter een pad dienen te vervolgen. De pijl wijst naar rechts. Wij gaan naar rechts. We tellen de meters niet wanneer wij op pad gaan. Een andere pijl wijst ons wederom naar rechts, het smalle pad wenkt ons. Wij komen uit bij de wildobservatiepost. Dit is een sjieke post. Er is een ingang en een uitgang. Er is echter draaideur noch vloerverwarming. De breed opgestelde post geeft via kijkgaten op verschillende hoogten zicht op een iets lager gelegen terrein. Op het terrein is zelfs een poel aanwezig. Een paar bankjes kunnen het bezoek aan de post veraangenamen. Wat echter ontbreekt aan de post is wild om te observeren. We begrijpen dat wij zowel te laat als te vroeg aanwezig zijn op deze plek. We zien nog wel een roofvogel van boom naar boom gaan, maar valt er op deze plek te roven?

Wij verlaten de wildobservatiepost via de uitgang. Er volgt voor ons een smal en grillig pad. Rechts van ons is een rustgebied voor dieren. De dieren rusten nadrukkelijk. Er valt geen dier te zien. Toch dienen zij hier te zijn. Hier op het Wekeromse Zand en in het Wekeromse Bos. In allerhande informatiebronnen en zelfs in de wandelgids staat het vermeld. We hebben vroeger wel eens koeien gezien, grazend en wel. Van het smalle en slingerende pad komen wij op een breder pad dat wij aflopen. Aan het einde dienen wij linksaf te gaan, maar we lopen even rechtdoor bij poelen, een vlakte en meerdere bankjes. Wij kiezen het bankje in de zon uit en laten onze blik her- en derwaarst gaan. Onder de bank liggen sinasappelschillen, achtergelaten door een vermoeide wandelaar die niet meer de energie had om de schillen op te rapen en mee te nemen op de barre tocht door het zand. Wij gaan verder tot ook wij bij het zand uitkomen. We volgen de paaltjes die ons de belofte doen van ‘nummer 40’, dat ergens verderop ligt. Zolang wij de richting van het nummer volgen kunnen wij veilig de zandvlakte oversteken. Temidden van mul zand worden wij ingehaald door een jonge vrouw. Zij heeft zich goed voorbereid op deze tocht. In haar rechterhand heeft zij een flesje water. Even verderop zitten een moeder en een klein kind aan de rand van het zand. Op een paal van de ruiterroute hangen oorwarmers. Er loopt nu een paard rond met koude oren.

Wij verlaten het zand en komen op een bospad, uiteindelijk komen wij zelfs bij slagbomen en parkeerterreinen. Hier zouden wij het Wekeromse Zand kunnen verlaten, maar dat doen wij niet. We slaan bij de tweede slagboom linksaf en na een korte wijle gaan wij wederom linksaf in een opgaande beweging. We zijn nu aangekomen op de stuifwal, die in aloude tijden het stuifzand moest tegenhouden, zodat de akkers niet ondergezand werden. Handwerk van het degelijke soort, beplant met bomen. Over de top van de stuifwal loopt een smal pad. Links gaat het naar beneden, soms wel acht meter. Rechts gaat het naar beneden, soms wel zeven meter. De stuifwal is geen rechte streep in het landschap, dewal slingert en stijgt en daalt en is voorzien van boomwortels en bladeren, die hier hun laatste adem hebben uitgeblazen. We volgen de hoogte van de stuifwal en kruisen paden. Of we nog steeds op de route wandelen is niet duidelijk, maar we gaan vrolijk voort. ‘Heb je die boom met meerdere stammen gezien?‘, vraagt Wandellief. ‘En al die boomwortels?‘ Ik ben mij van geen kwaad bewust. Waarschijnlijk heb ik, struikelend over de boomwortels, de andere kant uitgekeken. Of waren mijn gedachten geheel ergens anders.Het kan zo maar gebeuren. We komen aan het einde van de stuifwal en dalen af en kruipen tussen de takken van een omgevallen boom door. Die takken zie ik wel.
We komen uit op een breed pad dat wij volgen. Drie dames van een zekere leeftijd komen ons tegemoet. Elk van de dames is bewapend met twee wandelstokken. Wij groeten elkaar en ieder gaat verder. Al wandelend komen wij langs een bord dat ons wijst op een wildobservatiepost, nog ongeveer tweehonderd meter te gaan. We zien ook een draaihek. Daar gaan wij door. Het einde heeft het begin ingehaald..
Pieter & Coby Metz – Wildwandelingen op de Veluwe – Wekerom- Wildwandeling 6 Wekeromse Zand – 5.5 kilometer

Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.