Bomen. Boom. Boom.
Schaduw. Schaduw. Schaduw.
Brandende zon enzovoorts.
Vanmiddag kwam ik terecht op een terras aan de Maas, bij Berg aan de Maas. Hier is een pontje dat de Maas overgaat. Gratis voor fietsers en wandelaars. De pont had de Nederlandse vlag op de juiste manier opgehangen. Terug naar het terras en de grote oude bomen op het rijk bezette terras. Wat een heerlijkheid om in de schaduw van een oude grote boom te zitten. Een parasol haalt het er niet bij.
Ik mijmer onderweg wat af over bomen, met name over bomen die er niet zijn of niet meer zijn of er hadden kunnen zijn. Ik merk het in de dorpen. Straten zonder enig vertoon van boom in het publieke domein. In een enkele voortuin staat een schriel boompje. De zon brandt urenlang op elk huis en op elke betegelde en begrintte tuin. Het probleem doet zich niet alleen voor in de dorpen. Ook in de gebieden tussen deze dorpen. Soms zijn er bossen met heerlijke schaduw. Vanmiddag trof ik zelfs een lange berceau. Heerlijk om daar te wandelen. Meestal gaat het tussen de dorpen over landwegen, die zich slingeren tussen geoogst gewas en gebruinde maïs. De landweg kleurt licht op. Het zal de grondsoort wel zijn. Soms op een kruispunt van landwegen staat een eenzame boom. Een mens moet zijn Christusbeeld toch ergens aan vast spijkeren. Er staat een bankje bij, in de volle zon. De akkers grenzen direkt aan de landweg. Elke vierkante meter wordt benut. Er is geen ruimte voor een berm, voor een boom.
Vanochtend vertrok ik uit het Nederlandse Susteren, dichtbij de grens met onze oosterburen. Na anderhalve kilometer was ik op de route, naar het zuiden waar ik Nieuwstadt passeerde, een oude stad. De route gaat over een deel van een oude verdedigingswal. De Geleenbeek stroomt. Er is ruimte gemaakt voor het wassende water, struikgewas groeit, een lange heg biedt schuilplaats, een plukwei biedt ruimte aan vruchtbomen.
Voorbij Nieuwstadt trek ik over en langs drukke wegen. Nederland is hier op zijn smalst. Wegen, een snelweg, een spoorlijn, een kanaal, een rivier. Alles komt door dit smalle stuk land. Na het Limbrichter Bosch steek ik de Sittarderweg over en kom bij Kasteel Grasbroek, dat ik nauwelijks te zien krijg. Gelukkig is het er om heen wel toegankelijk en koel en van Natuurmonumenten. In het bos tref ik schaduw, een drooggevallen beek en een groepje ouderen voorzien van vele cameras. Net buiten dit bos, op de grens van Guttecoven, pauzeer ik. Mijn gastvrouw stopte mij vanochtend nog van alles toe, helaas kon ik niet alles meenemen. Snelle Jelle, een flesje bevroren water, kunstig hoe mensen een stuk ijs in een flesje krijgen.

Bij de Anthoniushof steek ik A2 over. Daarna verder door open agrarisch land. Even verderop krijg ik de kans om het Julianakanaal te overbruggen. Er wordt gewerkt aan verbreding van het kanaal, even ten noorden van de brug. Hopen grind liggen aan de oostelijke oever. In het dorp Berg aan de Maas is geen winkel. Wanneer ik een eind terugloop, de brug weer over en dan verder, is er een supermarkt, verzekert de postbode mij. Ik geloof hem graag en loop verder tot aan het terras en een tafeltje in de schaduw met zicht op de Maas en de veerboot.
Tegen de tijd dat ik de Maas over ben en in België ben schijnt de zon nog steeds. Ook hier een boomloze wereld. Open agrarisch gebied. Langs een klein bosperceel pak ik wat schaduw mee, maar aan het einde van het bos moet ik de schaduw achterlaten. Aan de zuidkant van Meeswijk tref ik die prachtige lange berceau (of loofgang). Aan het uiteinde van de berceau staat het Kasteel van Leut, ooit particulier bewoond door Charles Ghislain Vilain XIII. In 1920 werd het kasteel een ziekenhuis voor mijnwerkers uit het nabijgelegen Eisden, daarna verzorgingshuis. Wat er nu gaande is weet ik niet. Mensen zitten op een terras, activiteiten worden aangekondigd op borden en banieren, jongelui lopen naar de parkeerplaats onder het voeren van boeiende gesprekken. Ik wandel naar Leut, waar ik een hapje hoop te eten, maar de etablissementen zijn dicht of in onderhoud. Verder in het dorp ga ik onder een plataan zitten. Geen voetganger te bekennen. Dan door het open land naar de Maas en een grintbak, waar niet meer wordt gewerkt en het gebied vernatuurt.

Uiteindelijk kom ik uit bij de Zuid-Willemsvaart, tegen een boom neem ik pauze, voordat de zon opschuift en ik mijn schaduw kwijt ben. De brug over het kanaal bewaar ik voor morgen. Ik ga Vucht in en vindt mijn sjieke overnachtingsplek, met airco, regendouche, shampoo, tv en zwembad. Ik was mijn gedragen kleding en leg deze buiten in de zon. Dit is mijn energiezuinige wasmachine. Na een tijdje schakel ik de airco uit. De was haal ik van buiten. Droog. De enorme hitte heeft ook een voordeel.
Een wandeling rondom Zuid-Limburg (04) : Susteren – Eisden – 26 kilometer

Deze wandeling staat in :
Alex Buis
Een wandeling rondom Zuid-Limburg
Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig 2017
Deze wandelgids bestellen kan hier.