In de serie ‘de mooiste netwerkwandelingen’ van Uitgeverij Elmar verscheen in 2021 een deeltje over ‘De Achterhoek & De Liemers’. Tijd om de IJssel en de Oude IJssel over te steken. Hieronder een verslag van Wandeling 12 uit deze wandelgids.

De berichten over het weer zijn gunstig, althans voor mij als wandelaar. Zon, niet te warm. Verder loop ik door bebost gebied zodat ik kan profiteren van de schaduw die zich laat zien op het pad dat ik beloop. Ik richt mijn navigatie op het Stadsplein in ‘s-Heerenberg, daar is de aanbevolen parkeerplaats, dicht bij de start van de route door het Montferland. Helaas staan er paaltjes voor de parkeerplaats. Ik kan er niet op. Verder is de maximum parkeertijd twee uur. Wanneer jij Olympische aspiraties hebt op het onderdeel ‘snelwandelen’ dan kun je de route van 15.5 kilometer binnen twee uruur doen. Via een doolhof van smalle straatjes en éénrichtingsverkeer kom ik uiteindelijk uit bij een parkeerplaats net ten noorden van het Stadsplein. Op dit terrein langs de Bleek is voldoende ruimte. Van hieruit is de start T66 gemakkelijk te vinden. Op pad in het dorp dat langzaam ontwaakt. De Molenpoortstraat en dan de weg naar Zeddam. In de bossen zie ik op de route op mijn telefoon dat ik al bij km14 ben. Ik ben tegendraads van start gegaan. Maar … wacht even .. ja, inderdaad … Wanneer ik de andere kant uit was gegaan dan was ik eerst bij km15 uitgekomen. Ik ga mijn hoofd niet pijnigen met de vraag hoe dit kan. Ik wandel verder en groet andere wandelaars.
Er is de belofte van hoog en laag en dat zal ik merken op mijn tocht. Tussen ‘s-Heerenbergh en Zeddam kom ik op de top van de Galgenberg. Het is hier 62.2 meter hoog. De laatste galg is al enkele jaren geleden weggehaald, wat rest zijn bomen al dan niet in gevallen staat. De volgende ‘berg’ is de Motte Montferland. Er was hier al een heuvel, maar die is met de hand een zevental meters opgehoogd, zodat er een fatsoenlijke heuvel ontstond om daar een kasteel in wording te bouwen. Nu troont op de motte een hotel. Een verkeerslicht onderaan de weg naar boven geeft aan of de smalle weg naar boven vrij is. Een voetganger kan met een trap naar boven.
Op de lange Oude Eltenseweg tref ik een bijzonder gebouw aan. Hier wordt water opgepompt voor de dorstige inwoners van deze streek. Het gebouw is opgetrokken van hout en past mooi in de omgeving. De weg kent een strikte indeling. Er is een onverhard fietspad en een onverharde weg. Ik geef de voorkeur aan de onverharde weg, omdat ik anders telkens moet uitwijken voor fietsers. Zelfs de zogenaamde mountainbikers geven de voorkeur aan het gladde asfalt boven het onverharde en soms zelfs mulle pad. Fietsers in alle soorten en maten, maar ook wandelaars zijn op pad. Dan ga ik de Boterweg op, die nog in ongesmolten staat verkeert. Ook hier wandelaars en fietsers over het smalle pad, maar er is voldoende ruimte voor een ieder.

Dan kom ik op de Hulzenberg. Het is hier een trefpunt van paden. Ik ontmoet het Pieterpad en het Noaberpad, verder nog enkele lokale paden. Volgens de kaart is het hier 84.6 meter hoog. Voor sommige mensen was dit niet hoog genoeg. Zij besloten dat er een uitkijktoren gebouwd moest worden. En zo geschiede. De toren is 26.5 meter hoog en je overbrugt die afstand via 104 treden. Veruit de meeste treden ga ik op, maar op het één na hoogste niveau besluit ik dat ik hoog genoeg ben. Er zijn grenzen. Na een paar foto’s gemaakt te hebben van het verre uitzicht loop ik via dezelfde treden naar beneden. Aan de voet van de toren zijn inmiddels meerdere wandelaars samengestroomd. Het zijn wandelaars op het Pieterpad, al dan niet voorzien van enorme rugzakken. Ik peuzel een boterham op en schil een appeltje en een vrouw komt naast mij zitten, haar man doet een poging zich te verheffen in de toren. Zij zit met haar rugzak om, zo kun je blijkbaar even fijn uitrusten.
Ik zoek de Hoge Heide (54 meter hoog) op en struikel bijna over de grens met onze oosterburen. Het is hier de Eltenseweg, die, naar ik aanneem, enkele jaren jonger is dan de Oude Eltenseweg. Aan de rand van een bos groet ik twee dames die ik eerder op mijn wandeling ook heb gegroet. We raken aan de praat over de omgeving, over wandelingen.
Ik loop nu een wandeling vanuit ‘s-Heerenberg. En straks één vanuit Zeddam.
Ik kom uit Zeddam, zegt de vrouw links.
Ik kom uit ‘s-Heerenberg, zegt de vrouw rechts.
Zo vatten twee vrouwen op een bankje mijn dag samen.
Aan het einde van het bos passeer ik een camping (of huisjespark?) en dan een onverwachte ontmoeting met Maria, die hier al sinds 1999 onverwachte ontmoetingen heeft. De aanleiding voor haar aanwezigheid op dit kruispunt van wegen was het 50-jarig jubileum van pastoor Nollen. Om dit beeld te wijden kwam aartsbisschop Simonis uit zijn aartsbisschoppelijk paleis te Utrecht en toog naar Stokkum.

Langzaam maar zeker nader ik het centrum van deze streek: Kasteel Huis Bergh. Maar eerst door De Plantage, een eeuwenoude tuin en dan recht op het kasteel af. Even voor het kasteel houd ik halt want de gracht is gevuld met water. Met een omsingelende beweging ga ik rechtsom. Een verliefd stelletje maakt foto’s met het kasteel op de achtergrond. De hond mag er ook op de foto. Het zullen wel geen foto’s voor Funda zijn. Ik loop de smalle straatjes die herinneren aan een glorieus verleden, althans voor de mensen die het goed hadden. De terrassen zijn inmiddels goed gevuld. Mijn wandeltocht zit er op. Een mooie kennismaking met De Liemers.
‘s-Heerenberg – Van hoog tot laag in Montferland – 15.5 kilometer
Ik vermoed dat ik ook aan die uitkijktoren passeerde op het Pieterpad 🙂
LikeLike
Inderdaad. Onderaan de toren stond een bonte verzameling Pieterpadders.
LikeLike