Westerborkpad (22 en slot) Beilen naar Kamp Westerbork

In de Drenthse dreven is het nodig om een goede voorbereiding te maken voor de reis, want het openbaar vervoer heeft zo zijn beperkingen in deze contreien. We rijden naar Hooghalen en zoeken daar naar een parkeerplaats in de buurt van de bushalte. Het lukt ons een plek te vinden achter de winkel van bakker Fledderus. Van hier lopen we naar de bushalte die wij nodig hebben. Bij de bushalte komen we in aanraking met de Tweede Wereldoorlog. Er is een monument ter nagedachtenis aan zes Canadezen die gevallen zijn bij de bevrijding van Hooghalen op 12 april 1945. De bus is op tijd en wij gaan naar Beilen, waar we bij het station de route weer oppakken. We lopen eerst langs de grote melkboer en dan door het dorp. Al spoedig lopen we over het terrein van de GGZ Drenthe en, als ik het goed begrijp, meerdere zorginstanties. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hier de psychiatrische inrichting Beileroord. Onder patienten waren ook joodse patienten. Deze negen mannen en vrouwen werden weggevoerd naar Kamp Westerbork en verder. 

Op het uitgestrekte terrein is ruimte voor kunst. “Opbouw en herstel “(1990) is een kunstwerk van Ko Vester ter gelegenheid van de grootschalige renovatieprojecten. Gelukkig is er ruimte en geld op dergelijke plekken om kunst te hebben, momenten van bezinning en aandacht. Aan de noordkant van het gebied trekken wij verder.  Vrij snel komen we langs de plaatselijke joodse begraafplaats. Het hek zit dicht. Dat is ons vaker gebeurd, dat begraafplaatsen toegankelijk zijn, maar joodse begraafplaatsen meestal niet. Ik vermoed dat veiligheid hier mee heeft te maken. Maar misschien heeft het er ook wel mee te maken of er nog begraven wordt of niet. Deze begraafplaats in Eursing (Beilen) werd al in 1860 in gebruik genomen, pas 25 jaar later kwam er een synagoge in Beilen. In 1941 waren er in Beilen nog 64 joden.

We lopen naar het noorden, met aan onze linkerhand de snelweg naar Assen en Groningen en aan de rechterhand zien we de spoorlijn die dezelfde richting uit gaat. We passeren het Oranjekanaal. Dit kanaal speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van Kamp Westerbork. Via dit kanaal werd voedsel getransporteerd naar het kamp, maar ook bouwmaterialen (want er werd nog heel wat gebouwd in het kamp). We volgen niet de weg langs het spoor tot aan Hooghalen. We gaan de weg naar Zwiggelte op en gaan even later het bos in, er doen blijkbaar meerdere namen de ronde, maar ik noem alleen het ‘Heuvinger Zand’. We volgen aanvankelijk de ‘Wijde Blikroute’, een vreemde naam voor een route die door het bos voert, want we hebben weinig kans op een wijde blik. Onze blik is toch al vertroebeld, want we raken het spoor bijster. Dankzij TopoGPS op mijn mobiel komen we weer op het rechte pad en steeds dichterbij Hooghalen. In het dorp besluiten we een bezoek te brengen aan bakker Fledderus. Toen we een lange regenbui geleden hier langs kwamen op weg naar de bushalte zagen we al een aantrekkelijk besloten terras. De temperatuur is aangenaam voor een terraszitje en de soep en het drinken smaken prima.

We gaan weer op pad, voor het laatste deel van onze route. We steken het spoor over en komen uit op het tracé van het spoor naar het Kamp Westerbork, de Duitsers lieten een spoortraject aanleggen om het werk van aan- en afvoeren van mensen te bespoedigen. Nu wordt het eerste deel van dit tracé aan de linkerkant en de rechterkant omzoomd door een landgoed met vakantiehuisjes. Daarna volgt een weg door het bos en dan komen we in de buurt van het Herinneringscentrum. Plotseling duiken mannen en vrouwen in hesjes op, borden en verboden en richtingen schakelen zich aaneen. Het is duidelijk dat het al een enorme drukte is bij het centrum. We laten ons plan om nu de auto op te gaan halen uit Hooghalen maar varen.

We gaan tussen auto’s en bussen door op weg naar de plaats van het voormalige Kamp Westerbork. Dit is ook weer over het oude spoortracé. Langs de weg staan palen met aan elke paal een bord met de gegevens over één transport. De transporten begonnen op 15 juli 1942. Om de zo veel meter staat een paal met de datum, de eindbestemming en het aantal getransporteerden. Te groots om te bevatten, bij elke paal slaan de hoeveelheden ons stom. Niet te bevatten. Paal na paal. Transport na transport. Dichtbij de ingang van het voormalig kamp staan sarcofagen. Herinneringen van steen. Op elke sarcofaag staat een bestemming en het aantal Nederlandse joden dat daar is vermoord.

Op de laatste sarcofaag staat één getal.

Eén getal van een veelvoud van leed.

Eén getal van zoveel keer één.

Eén man, één vrouw, één jongen, één meisje, één baby.

Eén leven

We passeren de slagboom aan het begin van het kampterrein, waar nauwelijks nog iets origineels te vinden is. Terwijl in 1970 de eerste herdenking plaats vond, was de afbraak van het kamp nog in volle gang. Het kamp werd gebouwd in 1939 om joodse vluchtelingen uit Duitsland op te vangen. Bij de oude spoorlijn met een aantal bielzen gelijk aan het aantal transporten eindigt onze voettocht. Om de omslag van het routeboekje staan deze spoorstaven. Een teken van ten hemel schreiend verdriet.

We lopen over het kampterrein terug naar de opgeheven slagboom. De pendelbus neemt ons op en wij stappen uit bij het herinneringscentrum. Bij de balie vertellen we dat we de voettocht ten einde toe hebben volbracht. De dame achter de balie reageert enthousiast. Zij haalt onmiddelijk twee certificaten tevoorschijn. We hebben het Westerborkpad gelopen. Stempels worden gezet en wij mogen zelf onze namen invullen. Verder krijgen we elk een speld met het symbool van het Kamp Westerbork: een stukje prikkeldraad. We spelden het op en lopen het museumgedeelte in. Een caleidoscoop van ellende. Het is druk, met stille mensen, met pratende mensen, met rennende kinderen, met peinzende zittende mensen, Een paar Molukkers zitten aan een tafel. Na de Tweede Wereldoorlog werden hier ook Molukkers opgevangen.

We nemen de pendelbus weer naar het kampterrein en zwerven rond en slagen er niet in om ook maar iets te begrijpen. Om half zes zijn we terug bij de slagboom, die inmiddels naar beneden is gehaald. Om zeven uur zal hier de stille tocht beginnen. Mensen komen nog steeds en gaan nog steeds. Wij zitten op een bankje bij de slagboom. Vrijwilligers zijn in grote getale aanwezig.
Om zeven uur zijn alle speciale genodigden aanwezig en gaat de slagboom omhoog. De stille tocht begint, nadat eerst vanaf het podium bij het spoor muziek klinkt die gezaaid wordt door luidsprekers. Het lied is: “Waar zijn toch de Joden van Amsterdam gebleven?”, gecomponeerd door Hans Krieg, die kort voor de oorlog met zijn gezin was gevlucht uit Duitsland. De stoet loopt langzaam op de ‘Boulevard des Misères’. Door de luidsprekers klinkt met grote regelmaat het geluid van een klok (afkomstig uit het oude kamp), na elke klokslag klinkt een naam van een overledene, de namen worden gelezen door twee scholieren. Klokslag, naam, klokslag, naam, 500 meter verder op klinkt het nog steeds klokslag, naam, klokslag, naam. De grote stoet van duizenden mensen schuifelt verder en verder en de namen klinken als een klok.
Op het podium gaat het programma verder na het lezen van namen. Een leerling van een basisschool uit de buurt vertelt waarom hij het belangrijk vindt om bij de herdenking te zijn. Dan spreekt Mirjam Krieg, dochter van de componist, over hoe het was in het kamp als klein meisje en de jaren daarna en de jaren na de oorlog. Vervolgens spreekt haar zoon Lex over het leven met de oorlog, als kind dat lang na de oorlog werd geboren. Als laatste van het drietal spreekt Michiel, zoon van Lex, kleinzoon van Mirjam en achterkleinzoon van de componist. Drie generaties.

Zonder enige aankondiging gaat het programma verder en Douwe Bob pakt zijn gitaar en zingt ‘Pass it on’ over herdenken en herinneren. Thijs de Lange (uit het Zaanse) leest één van zijn gedichten voor. Dan spreekt een volgende overlevende. Zijn naam is Alphons Katan. Zijn  ouders weigerden de Jodenster te dragen. Toen zijn ouders weggevoerd waren en hij onderdak kreeg bij Joodse vrienden van zijn ouders ging hij uiteindelijk toch de Jodenster dragen. Hij ziet het als verraad aan zijn ouders. Douwe Bob zingt zijn tweede lied over de smalle lijn tussen goed en kwaad ‘Fine Line’. De herdenking wordt afgesloten door Joop Waterman, die in het kamp werd geboren. Hij spreekt onder andere het kaddisj uit, in de oude Arameese taal.
Twee minuten stilte volgen. Wat beweegt zijn de camera’s van RTV Drenthe die een rechtstreekse uitzending heeft. Het signaal taptoe wordt geblazen.  Daarna volgt de eerste bloemlegging. Leerlingen van twee basisscholen staan aan de rand van de spoorstaven, zij lopen er over heen, draaien zich om, dan legt elk kind een rode roos op het spoor. Vervolgens krijgen overlevenden en andere gasten de gelegenheid om bloemen te leggen bij het monument aan het einde van de rails. Eugenia Paniza en Jenifer Yañez spelen muziek, zoals zij ook deden aan het begin van de stille tocht. De vlag blijft halfstok hangen

We blijven nog even staan en lopen terug over de Boulevard. We zien de twee meiden die de namen hebben gelezen en bedanken hen. Een enkele man met een keppeltje. Oud en jong, vaders met een kind op de arm. De radiotelescopen van ASTRON staan op rij in de rouwstand. We passeren de slagboom en verlaten het terrein. Net buiten het terrein staat de oude woning van de kampcommandant. De woning is ingekapseld in een constructie van staal en glas.

We lopen over de weg met veel andere mensen en auto’s die stapvoets een weg naar de uitgang proberen te vinden. Na enige tijd stappen we over op een voetpad om al slingerend door het bos vlakbij het Herinneringscentrum uit te komen en de auto’s gaan en gaan, langzaam op weg naar de buitenwereld. Op weg naar de vrijheid. Wij stappen over het bospad en in de stilte van de bossen zien we in de verte de lichten van auto’s langzaam verder gaan. De stilte van het bos is goed na de stilte van de herdenking.

Hooghalen komt in zicht. De auto staat nog op de parkeerplaats van de bakker. Het terras is gesloten. De stilte rukt op.

Advertentie

2 gedachten over “Westerborkpad (22 en slot) Beilen naar Kamp Westerbork

Reacties zijn gesloten.