
Dan zie ik aan de overkant van de straat de haltetaxi aankomen.
Een Tesla.
De chauffeuse maakt een U-bocht en komt bij de halte waar ik sta.
Twee andere passagiers zitten op de achterbank.
Deze twee worden eerst naar het station van Nijkerk gebracht en dan ben ik aan de beurt voor de rit naar Huinen. Bij halte Veenhuizerveld kan ik uitstappen om aan mijn wandeling te beginnen. Vandaag hoop ik etappe 10 en etappe 11 te wandelen en uit te komen in het centrum van Otterlo. Bij Klein Veenhuizen aan de Poolseweg ben ik op de route. Al snel maak ik kennis met een mooi gerestaureerde schaapskooi. Ik zie schaap noch lam. Het erf van de boerderij is leeg. Verderop bij grote graaf- en egaliseerwerkzaamheden ga ik de Boeschoterweg op. De kleine enclave Boeschoten is de moeite van een fietsbezoek of wandelbezoek waard, maar vandaag ga ik daar niet naar toe. Op de Veenwaterweg passeer ik Zorg-Erf, waar zorg verleend wordt aan mensen met dementie. Het is als een buitenleven. Uiteindelijk kom ik uit op de Prinsenweg. Veel van het buitengebied waar ik door loop heeft zijn agrarische functie verloren en is paardengebied geworden. Of vallen maneges ook onder agrarische ondernemingen? Het Melkhuusje van De Prinsenkamp herbergt ook een minibieb, die wat groter is dan de gemiddelde minibieb. Deze neigt naar een maxi-bieb. Verderop volg ik de sporen van het plaatselijke klompenpad, maar ik heb de indruk dat het traject is verlegd. De sporen van het oude traject zijn nog te zien aan de heiningen in het veld. Ik passeer de kalveren van Van Beek en ga het Wilbrinksbos in. Bij het eethuisje De Heuveltjes (de heuveltjes zijn te vinden in het Wilbrinksbos; heel heel vroeger waren die heuveltjes een trekpleister voor schoolreisjes).

De Hoevelakensebeek steek ik over (daar kwam ik pas later achter) en ga weer het Wilbrinksbos en wel dat deel waar het Grijzeveen zich bevindt. Een grote waterplas die haar naam gegeven heeft aan het Griezeveensepad, een Klompenpad. Hier zijn niet zo zeer maneges in de buurt, maar vele vele bungalowparken. Het aantal ouderen op de fiets neemt zienderogen toe. Ik wandel langs parken en door parken. Even kom ik toch terecht bij kinderen. Een meisje beheert een kraam langs de weg, net op het ouderlijke erf. Haar nog kleinere zus bestuurt een buggy met daarin een nog kleiner broertje. Een werkbusje manoevreert voorzichtig om de kinderschaar heen. Het minst kleine meisje vraagt of ik een wolf heb gezien. Op een weiland achter haar huis zijn schapen gedood, vertelt zij, inclusief bloederige details. Bent u bang voor wolven? Haar kleine zusje heeft de buggy naar ons toe gestuurd.
Die baard staat u niet, zegt het kleinere meisje terwijl zij mij aankijkt.
Waarom staat deze baard niet?
Gewoon!
Voer zo maar eens een gesprek. Oudere zus probeert mij nog iets te verkopen, maar mijn rugzak zit al vol. U kunt hier ook een flesje leegdrinken, dringt zij voorzichtig en beslist aan. Die komt er wel. Later denk ik: waarom niet verder gepraat (moeder kijkt met andere kinderen vanaf het tegenover gelegen erf toe) en een flesje leeg gedronken.

Een man scheert de haag tussen zijn stacaravan en de buitenwereld. Voor de afwisseling kom ik over de Heideweg langs een oefenterrein voor honden die nuttig werk verrichten, oftewel werkhonden. De Heideweg brengt mij bij en langs de A1. Mocht ik het willen dan zou ik zo Tolnegen Noord kunnen oplopen. Maar ik wil het niet. Ik zie de grote vrachtwagens, de oplaadpunten, La Place. Ik ken mijn plaats als wandelaar en ga de Gruttoweg op en onder de snelweg door. In De Oude School zit nu een kunsthandel voor Hollandse meesters van 1850 tot nu. Aan een zijpad van de Stroeërweg neem ik een pauze. Ik ben de 10 kilomter al voorbij. En het eindpunt van deze etappe is net iets te ver weg. Achter mij is een mooie buitenspeelplaats voor kinderen. Zondagsrust wordt op prijs gesteld. De Donderdagsrust is er nu al. Voor mij staan de machines van De Kruif. Daarachter is nog een helipad. De ene na de andere oudere fietst voorbij zonder oog te hebben voor een vlucht uit het dagelijks leven. Na mijn pauze ga ik gesterkt verder op een lang fietspad dat uitkomt op de Brinkerweg die weer uitkomt op de Kootwijkerbroekerweg. Daar ga ik de bebouwde kom van het dorp binnen. Nou ja, bebouwd. Hier is nog veel ruimte. Het zwaartepunt van het dorp ligt verderop. Mijn etappe eindigt bij de twee bushaltes.

Pieter & Coby Metz
Wandelen door de Gelderse Vallei
etappe 10
Veenhuizerveld (Huinen) naar Bushalte Garderbroekerweg, Kootwijkerbroek
14 kilometer
of bestel bij Gegarandeerd Onregelmatig (klik hier), waar je de gids ook kunt inzien.
Klik hieronder voor de bewegende beelden:
https://www.relive.com/view/vQvyKjDXVK6
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.