‘Heeft u het hert zelf geschoten?’
Ik stap het bushokje bij de halte Kontakt der Kontinenten binnen.
Mijn wandeling met rugzak en regenbroek en wandelstok zit er voor vandaag op.
De man die ik even tevoren zag op het terrein van het Kontakt neemt in het bushokje kontakt met mij op.
Zijn werk zit er net op.
Hij wijst naar de kop van mijn wandelstok, waar een deel van een gewei in verwerkt is.
‘Nou ja, u hoeft het hert niet geschoten te hebben. Het kan ook een natuurlijke dood zijn gestorven.’
De decennia oude wandelstok brengt nog steeds de tongen in beweging.
Wanneer ik wijs op het fluitje dat gesneden is in het gewei levert dat extra bewondering op.
Om nog maar te zwijgen over het snerpende geluid van het fluitje.
‘Zo krijgt een herder zijn schapen wel bij elkaar.’

Mijn schaapjes heb ik vandaag niet op het droge kunnen krijgen, want gedurende de hele wandeling heeft het geregend. Tijdens de busrit van Hilversum naar het crematorium van Laren oftewel bushalte De Heidebloem deed ik mijn regenbroek al aan. Ik kan in de regen geheel beschermd uitstappen op het eenzame fietspad. Op de hoek met de straat genoemd naar theoloog, arts en organist Albert Schweitzer zijn een paar mannen van het kadaster bezig om metingen te verrichten. Dan kan de topografische kaart van mijn app t.z.t. ook worden aangepast aan de veranderde situatie ter plekke. Ik wandel in het spoor van Albert en zie links een ingang tot Amerpoort, even verder een ingang tot conferentiecentrum Drakenburg. Of er wordt geconfereerd kan ik op afstand niet zien. Het ziet er heel rustig uit. In De Schaapskooi kan ook afscheid worden genomen op passende wijze. Ik wandel verder over de grens tussen Noord-Holland en Utrecht, zelfs wanneer ik het spoor oversteek. Aan een metalen paal zie ik de markering van het Westerborkpad. Dit betekent dat Wandellief en ik hier hebben gewandeld. Linksaf de bossen en dat blijft vele kilometers zo. Bos na Bos. Regen na Regen. Voordat ik bij de Hilversumsstraatweg kom passeer ik een interressante vijver. Het is de Kruisvijver. Even daarvoor was ik langs de Pannekoekvijver gekomen. Vijvers wijzen op menselijk ingrijpen. Ingrijpen van mensen die tijd en geld en personeel hadden om in te zetten om hier en daar een vijvertje aan te leggen. Middenin de pannekoek ligt een eilandje, een opgehoogd eilandje. Die Kruisvijver lijkt met enige goede wil inderdaad op een kruis. Daar waar de twee ‘balken’ van de vijver elkaar raken is een rond eilandje gemaakt. Hier in de buurt hebben landhuizen gestaan, die het niet zo lang hebben volgehouden als de vijvers. Langs de boswachterij De Vuursche kom ik bij de drukke Hilversumsestraatweg die ik oversteek om vervolgens de onverharde Vinkenlaan in te gaan. Hier geen auto’s en andere voertuigen. Die staan aan de andere kant van de asfaltweg waar een Klimbos en een Theehuis is. Inmiddels heb ik terrein van Landgoed Pijnenburg (eigendom van de familie Insinger) betreden en die tocht zal nog wel even duren, want dit landgoed is enorm uitgestrekt. Een heideveld van De Stulp is in het verleden (alleen toen?) gebruikt voor de jacht, maar gelukkig vliegen hier de kogels niet om mijn oren. Voorbij het Pluismeer staat een groot hek van landgoed Pijnenburg. Het is bedoeling dat fietsers hier worden tegengehouden, ook de borden wijzen daarop. Alleen wandelaars en paarden van Brandenburg mogen hier door. Ik ga de lange brede rechte weg op. Rechts ligt een beschermd natuurgebied achter een hek. Een oud huis gaat links schuil achter de naam De Leen. Aan het einde van deze Stulpselaan zie ik rechts het Landhuis. Een paar passen verderop ligt de Biltseweg klaar om overgestoken te worden.

Aan de overkant ligt restaurant ’t Spiehuis in een oud pand, dat vroeger een langhuisboerderij was op het landgoed Pijnenburg en het werd circa 1800 gebouwd. Ik ga hier nu niet eten. Op het bijbehorende parkeerterrein wordt mijn aandacht getrokken door plastic tassen die achter een boom staan geparkeerd. Wanneer ik aan de voet van de boom sta zie ik de plastic tassen van nabij en de inhoud wordt gevormd door cylinders lachgas. Ik laat boom en tassen achter en ga de Laagte van Pijnenburg in. De Heuvelrug kent hoogtepunten en dieptepunten. Dit is zo’n dieptepunt want hier is het laagste gedeelte van de Heuvelrug. Het is een vlak akkergebied. Op een hoek in de weg staat een boerderij met paarden. De boerderij heet Christoffer, genoemd naar de zoon van de bouwheer. Na tien kilometer ben ik aangekomen in gebied Op Hees van Natuurmonumenten. Vlak voor een open terrein met boerderij De Kooi zoek ik een liggende boomstam op om te pauzeren. Het regent nog steeds en er zijn weinig wandelaars. Zelfs paardrijders in dit paardrijke gebied zie ik niet. Wat is er toch tegen een beetje regen ?!

Na mijn pauze ga ik verder door de bossen. Op de kaart kom ik nog steeds de naam Pijnenburg tegen. De Turfweg kruis ik. Langs (voormalige ?) zandverstuivingen en over kronkelpaadjes omhoog en omlaag (heel mooi deel op de route) ga ik verder naar de bebouwde kom van Soest. Op de hoek van sportvelden gaat de route het spoor over en de Lange Duinen in. Hier kan ik nog even ploeteren door het mulle zand. Op zonnige dagen is het hier een grote drukte. Grote mensen. Kleine mensen. Honden groot en klein, gehoorzaam en ongehoorzaam. Verliefde stelletjes. Vermoeide fietsers. Bezette picknickbanken. Nu is de zandvlakte bijna uitgestorven. In hoeken van het terrein ontwaar ik een enkele wandelaar. Weer een spoorlijn over en dan de Paltzerweg op, van de weg af, langs de voormalige luchtmachtbasis Soesterberg en dan het Landgoed Paltz op. Hier is het Arts Center van Herman van Veen gevestigd. Op de klinkerweg en op de onverharde paden kom ik hem niet tegen. Een paar meter van de route af kom ik bij de folly van de kluizenaarsgrot met een doolhof dat er omheen ligt. Ik blijft op gepaste afstand om de kluizenaar niet te storen. De route gaat verder over het landgoed dat dateert uit 1867, langs het grote huis waar de lichtjes branden. Er is warme chocolademelk te verkrijgen tegen gepaste betaling. Hier is het centrum van de kunsten. Als een verzopen wandelaar ga ik verder, langs een kitscherige uitstalling met de kerstman (meneer Sint moet vanavond nog op bezoek komen!). Ik heb daarna mooi zicht op een verregende vallei. Vervolgens ga ik door de hoofdingang van het Landgoed naar de buitenwereld. Ik volg het pad over de Soester Hoogt en kom langs het restaurant dat op de hoogte ligt. Dan volgt de route de doorgaande weg. Deze weg komt uit bij de Wegh der Weegen, de eeuwen oude verbinding tussen de stad Utrecht en de stad Amersfoort. Niet de minste krachten zijn ingeschakeld om van deze weg een succes te maken, want de architect Jacob van Campen (1596-1657) mocht een rechte lijn op de kaart zetten in de 17e eeuw. Er werd niet op een meter meer of minder gekeken, want de weg werd 60 meter breed. Met gepaste eerbied steek ik deze weg over en kom bij het hek van Kontakt der Kontinenten. In de vorige eeuw was hier een seminarie waar jonge mannen werden voorbereid op het werk van priester, zowel in binnenland als buitenland. Ik ga het smalle pad door het kleine bosperceel op, een man komt met enige haast mij tegemoet op het modderpad. Ik loop voor het grote gebouw langs waar nu de ene konferentie na de andere wordt gehouden en waar gelegenheid tot overnachten is. Via een andere in- en uitgang voor voetgangers ga ik het terrein af en loop naar de bushalte, waar ik de man van zoëven zie staan. Hij vraagt mij:
‘Heeft u het hert zelf geschoten?’

Hilversum naar Soesterberg
Heuvelrughike, etappe 2, 20 kilometer
Uit het boek:
Marianne Wildenberg – Heuvelrughike. Wandelen door uniek stuwwallenlandschap
uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, augustus 2022
Deze wandelgids met naast de routekaarten en de routebeschrijving veel extra informatie over het gebied kun je HIER bestellen.
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.