“Of zullen vandaag naar Reigoldswil gaan?”
Gisteravond hebben we besloten dat we na de vermoeiende wandeling van die dag om in Basel te blijven. We hebben nog enkele punten op onze lijst. Helaas zijn alle musea dicht. Dat maakt het een beetje lastig om de dag zinvol te vullen. Zo zijn wij het bed ingetuimeld. Bij het wakker worden komt zoonlief terug op een iets ouder plan van hem. Na enig heen en weer praten besluiten we om naar Reigoldswil te gaan. Laten we maar direkt in aktie komen. We eten ons ontbijt, verzamelen etenswaren voor onderweg, gaan het hotel uit en lopen naar het Station Basel SBB. Daar nemen we de trein naar Liestal. Het station van Liestal blijkt één grote bouwput te zijn. Niet alleen het station trouwens, maar ook de naaste omgeving. Nu zoeken we de bus naar Reigoldswil, die vertrekt van perron A. In dat dorp stappen we uit en lopen naar het zuiden het dorp uit. De Luftseilbahn is even verder aan onze rechterhand. Er zijn geen lange wachtrijen, zelfs geen kleine rij. Twee retourtjes voor de gondel, door het hekje, en dan kunnen we onmiddelijk in de gondel stappen.

Aan het einde van de rustige rit stappen wij uit. We bekijken een grote kaart op een infobord waar wandelroutes zijn aangegeven. Er zijn heel wat mogelijkheden. Wij kiezen voor route 470. Dit is een route die allerlei kanten uitgaat en uiteindelijk weer terugkomt bij de gondel. Hoe lang de route duurt staat niet aangegeven. Met in mijn achterhoofd het tijdstip waarop de laatste gondel naar beneden gaat gaan zoonlief en ik op pad. We beginnen op brede paden, lopen langs grote boerderijen (één is zelfs een conferentiecentrum geworden), langs een groot uitgevallen wandelbank (een hele klimpartij om daar op te komen). Dan komen we in bosgebied, dan weer in open gebied. De route gaat over steeds smaller wordende paden en gaat ook langzaam omhoog over rotsachtige grond. We komen bij de Hinteri Egg en zien prachtige vergezichten wanneer we op de rand van de hoogten lopen. Opvallend is op onze wandeltocht dat op meerdere plaatsen de grill aan gezet kan worden. Boven op de rand, langs het pad, is een barbecueplaats. Een man en een vrouw zijn bezig om een vuur aan te wakkeren. De man zoekt droog hout in het bos en brengt een vuur tot stand. We zitten op een bankje en de rook komt onze kant op. Dan is er zoveel ruimte en weidsheid om ons heen en dan komt de rook precies bij ons.

Na onze korte pauze gaan we verder temidden van andere wandelaars. We gaan een poortje door en komen op een weide en dat geeft mij de indruk dat we op een klompenpad lopen. Aan de andere kant van de weide gaan we verder op het smalle pad en het klompenpad gevoel is reeds geweken. Goed uitkijken waar ik mijn voeten neerzet. De wandelstokken van Wandellief, die ik op advies van zoonlief heb meegenomen, komen goed van pas. Een zekere stap telt voor twee. De uitzichten zijn prachtig. In de verte zijn wij helder de toppen van de Alpen. De hele horizon is er mee gevuld, van uiterst links naar uiterst rechts. Onder het silhouet van de Alpen hangt een horizonbrede strook van wolken. Daaronder ligt alles wat dichterbij ons is en toch nog ver weg. We nemen afscheid van de rand en dalen langzaam maar zeker af en komen terug in een bos, waar het pad zich naar beneden slingert.

In Zwitserland zijn de berichten over de wolf ook doorgedrongen. Beneden in het dal treffen wij twee schaapshonden aan. Goede kuddebeveiligers. De ene hond loopt met ons op aan de andere kant van het draad waarachter de schapen lopen. Deze hond houdt met geblaf contact met zijn collega. De dichtstbijzijnde hond blijft ons in de gaten houden totdat wij afscheid nemen van het draad. We hebben geen poging ondernomen om fysiek contact te maken met de hond. Voorkomen is beter dan genezen. Zoonlief houdt de route goed in de gaten en geeft op zijn digitale kaart aan waar wij zijn. Zo probeer ik een beetje het overzicht te houden. Maar in goed vertrouwen loop ik ook maar achter hem aan. Hij kent de weg hier niet, maar hij weet wel waar hij moet lopen.

We komen bij een volgende rand. Daar staan weer allerhande borden die alle kanten uitwijzen. 470 staat er gelukkig ook op. Een eindje verder op de rand staat een vlaggenpaal met een Zwitserse vlag in top. Bij de vlaggenmast zijn een paar bankjes. Wanneer we zitten hebben we een weids uitzicht naar voren. Wanneer we ons omdraaien hebben we daar ook een weids uitzicht. Ditmaal over het gebied waar we naar toe gaan. Een paar meter voor ons uit gaat het scherp naar beneden. Na de pauze wandelen we verder met het uitzicht links en rechts. We komen bij een groepje koeien die liggen en rusten. Echt Zwitsers, we missen alleen Heidi en Peter. Net voorbij de koeien zijn boswerkers bezig met het omzagen van een grote boom. We maken nog net de val van de boom mee. We gaan een asfaltweggetje op en gaan het dal in, lopen over het erf van een boerderij annex terras en gaan verder door het grassige dal. Aan de andere kant van het dal lijken we over een smal pad een bos in te gaan. Dat smalle pad wordt steeds smaller wanneer we dichtbij een hoge rotswand komen.

Hier wordt het echt leuk (?). Het pad is net breed genoeg voor één wandelaar. Aan de ene kant gaat de rotswand naar beneden, aan de andere kant naar boven. Een ketting wijst de weg. Met één hand houd ik de ketting vast, in de andere hand houd ik twee wandelstokken vast. Scherpe bocht na scherpe bocht en het gaat flink omhoog. Aan het begin van het pad maak ik ruimte voor een echtpaar dat mij rap voorbijgaat. Op het hoogtepunt van het pad begint de afdaling over een eveneens smal pad, inclusief ketting. Het is een heel inclusieve tocht.

Dan kunnen we even ruimer ademhalen wanneer de tocht door grazige weiden gaat. Op een splitsing van wegen gaat het snelle stel naar links, wij gaan naar rechts. Het zijn brede paden die wij nu volgen. Het brede pad gaat het bos in. We halen een vrouw met stokken in. Het pad wordt allengs smaller. En dan wijst zoonlief mij wederom op een ketting langs het pad. De ketting grijp ik vast en zo gaan we verder omhoog om een volgende rand over te gaan. Eerst omhoog en dan dalen. De dame volgt in ons spoor. Beneden, weer in een dal, komen we langs een veld met alpaca’s. We raken aan de praat met de Zwitserse vrouw over de wandeling, schapen en wolven en de schoonheid van dit gebied. De combi van Duits en Engels levert een goed gesprek op. Zij gaat ons nu voor en we hebben zicht op de plek waar later onze gondel naar beneden gaat. We zijn er echter nog niet, maar het laatste traject is minder intensief. Bij het gondelhuis is een klein restaurant. Een paar wandelaars zitten buiten, herkenbare gezichten van onderweg. Buiten is er geen plek meer in de zon, daarom gaan we binnen in de Heidistübli in de zon zitten. We bestellen het menu van de dag en laten het ons goed smaken. Er is ook ook verleidelijk ijs te verkrijgen, maar we laten het met enig leedwezen aan ons voorbijgaan.
De terugreis kan beginnen. De gondel in (de ramen mogen wel vervangen worden want het uitzicht wordt belemmerd door bekraste en bevuilde ramen), onderaan de wandeling door het dorpsplein van Reigoldswil, de rit met de volle bus (waaronder voetballertjes van F.C. Bubendorf), in de trein is het ook druk. Om 18.00 uur zijn we terug op het station Basel BSS.
We hebben een prachtige wandeling achter de rug.
Zwitserland – omgeving Basel – Reigoldswil Wasserfallen

Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.