Wij buigen ons over de kaart die voor ons ligt.
We zijn een week aan de kust van Normandië.
Tussen het dorpje Saint-Pierre-en-Port en de kliffenkust hebben wij als onderkomen een flinke stacaravan. Of, zoals dat hier heet: ‘mobile home’. Geen Maison Mobile, maar Mobile Home, want aan de andere kant van het water aan de voet van de kliffen gloort het Verenigd Koninkrijk. De kaart op de folder, die wij hebben aangetroffen in een kastje, is een uitdaging. Op de achterzijde van de folder staat een rijtje wandelingen in de wijde omgeving. Wij kiezen voor Les Wagands. De route start in het nabijgelegen Életot en komt door ons genabuurde dorp. We besluiten van huis uit te vertrekken en dan tegen de routerichting in te lopen. Dat heeft als voordeel dat we een flinke daling en een flinke stijging aan het begin van de wandeling hebben.
We gaan van start en lopen eerst over de Grande Randonnée 21 en op een helling in het dorp pakken wij de route op. Veel huizen in dit dorp staan leeg, dat wil zeggen er is op dit moment niemand aanwezig. Zijn deze huizen vakantiehuizen geworden? Tweede huizen voor mensen in de steden? Aan de zuidzijde van het dorp verlaten wij Saint-Pierre-en-Port. Na een korte wandeling over de D33 slaan wij af naar rechts om dwars door de landerijen te lopen en af te dalen bij de Côte du Marché. Op het dieptepunt van deze smalle vallei stroomt een miezerig stroompje. We gaan langzaam de andere helling op. Een wildzit staat langs het hek. In de verte lopen een paar koeien. We komen door het gehucht Écretteville-sur-Mer, de zee is hier niet te zien, maar we besluiten dat ruim te zien. Tussen kerk en Mairie slaan wij rechtsaf en na enige passen komen wij uit in een nieuw en bebost dal, waar wij door lopen. Een kleine waterzuivering staat aan het einde van een smalle asfaltweg. Het bos heeft een vrolijke naam, Bois Joli. Het is heerlijk weer voor een wandeling. De zon schijnt en in ieder geval in het beboste dal is er nauwelijks wind.

Op weg naat Életot steken we een agrarische vlakte over, le Champ de Calmare. Het gebied van onze wandeling is een agrarisch gebied. We hebben wel koeien gezien, maar de veeteelt heerst hier niet. Dan wandelen wij Életot binnen. We zouden hier de wandeling kunnen inkorten. Na kort overleg op een bankje op een indrukwekkend kruispunt in het centrum van het dorp besluiten wij om de route in haar geheel te wandelen. We zitten op de Place du Marquais. Links van ons is een klein winkeltje, blijkbaar floreert de middenstand hier. We maken nog een kleine wandeling in het dorp, passeren de kerk, een basisschool, een kinderopvang en heel veel rustige gaten en hoeken in het dorp. Aan de oostzijde verlaten wij het dorp. Ook aan de oostzijde is het akkerland. Niet tot in het oneindige, want wij wandelen een bos in en maken een begin met de afdaling in de Valleuse d’Életot. Het bos maakt een sprookjesachtige indruk.

We stuiten op een smalle asfaltweg. We volgen deze weg rechtsaf naar de kust. Enkele gebouwtjes staan op enige afstand van het weggetje. Dan staan er twee grote jerrycans op het asfalt die een eventuele auto de weg blokkeren. Het is verboden om verder te rijden. Het is niet verboden om verder te wandelen, maar blijf dan wel op het juiste pad. Aan de linkerzijde gaat een pad, maar een hek blokkeert de weg. Aan het hek is een groot bord bevestigd, dat ons duidelijk waarschuwt voor dodelijke gevolgen bij het vervolgen van onze weg achter het hek. Wij kijken even over het hek en zien een paar stenen treden nederwaarts gaan. Wij besluiten om ons leven niet in de waagschaal te stellen. Op een picknickbank, aan de veilige zijde, nemen wij brood en thee. Twee jongedames dalen af van het pad dat wij straks zullen opgaan. Wij en zij zijn vlak bij de rand van de kliffen. Wij blijven aan de veilige kant. De uitzichten zijn mooi en de wind waait er lustig op los. We gaan verder, het pad omhoog, langs nog een klein gebouwtje. Hoe lang zal dit gebouwtje er nog staan? Op veel plaatsen kalven de kliffen af, verdwijnen wandelpaden, bomen en akkerranden.

Boven komen wij weer door akkerlanden, we zien een bunker, een restant van de Atlantikwall. In Normandië is de Tweede Wereldoorlog nooit ver weg. Langs de noordzijde van het dorp passeren wij Ételot. Een boer rijdt met zijn trekker over het land en rijdt mest uit. De noordzijde van het dorp mag zich verheugen in een picknickbank, vlakbij de plaatselijke milieuzone (glasbak en nog een bak). Om de naam van deze wandeling eer aan te doen, passeren wij vakantiehuis Les Wagands. Op de weg is nauwelijks verkeer, geen andere wandelaars. Op een plek treffen wij een restant aan van een poort, die de weg naar gebouwen tussen bomen aanwijst. Hier wandelen wij weer op de GR21. Akkerland rijgt zich aan akkerland. In de verte schemert de zee. Windmolens wekken electriciteit op. Dichtbij de Heilige Petrus bij de haven dalen wij door een bos af naar het dal. We besluiten om van de route af te wijken om te kijken wat er te zien is van de haven: niet veel. Parkeerplaatsen, het is vloed en geen bootje te zien. Het water botst en schuimt. Ik zit op een bankje om het te aanschouwen wanneer een verdwaalde golf zijn kop op steekt en mij begolft. Huizen op de kliffen komen steeds dichterbij de randen van de kliffen te liggen. We zien één huis dat al verlaten en verwaarloosd is. Het wachten is op de instorting van klif en huis. Langs de oude begraafplaats, met oorlogsgraven keren wij huiswaarts.
Het was mooi.
Frankrijk – Normandië – Saint-Pierre-en-Port – 13 kilometer

Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.