
Het wordt een wandeling met hindernissen. Dat kan ik nu alvast opschrijven. Wat die hindernissen zijn, dat komt later aan bod. Ik sta op station Arnhem, dat golvende station, alsof er al is rekening gehouden met de beeklopen in de buurt en de rivieren. Ik kijk rond waar welke uitgang is, want ik wil er uit aan de kant van Park Sonsbeek. Ik kom na enig wandelen en trappen oplopen en een traverse overgaan bij de uitgang Sonsbeekzijde. Vandaar loop ik naar de Zijpendaalseweg (ja, in de wandelgids wordt een binnendoorroute aangegeven) om dan park Sonsbeek in te gaan en uit te komen bij Molenplaats. In de molenplaats kun je wat aanschaffen, maar ik heb nu niets om aan te schaffen. Rechts van de molenplaats is een watermolen met bovenslag. Opa en oma en een kleinzoontje vermaken zich hier. Dit grote park is een echt volkspark. Jan en alleman kom je tegen. Een treurig kijkend meisje op een bankje. Gezinnen. Verliefde stellen. Hardlopers. Rustzoekers. Zonnekijkers. Koffiemetappelgebakdrinkerseneters. Bij de molen is er uiteraard water, en die waterweg volg ik. Er zijn meerdere verklaringen voor de naam Sonsbeek. Eén daarvan is dat het is genoemd naar Anna van Sonsbeeck (17e eeuw), die één van de molens in eigendom had. Een andere mogelijkheid is dat Sonsbeek in wezen Sint Jansbeek is (maar dan op z’n Arnhems uitgesproken). Ik kwam nog een derde, kansloze theorie, tegen dat het verband zou houden met de combinatie van sompige en beek.

Wanneer ik goed en wel op pad ben in het park merk ik dat er een overvloedige hoeveelheid water is in het park. Niet alleen zijn de beken en de vijvers goed gevuld, maar zelfs op meerdere paden is er een overvloed. Daar stroomt het water over het pad heen op zoek naar een nog lager gelegen punt. Ik passeer de mooie zwanenbrug bij de Fonteinvijver en ga verder naar het noorden. Vlak voor de beroemde waterval in het park stroomt het water over de weg. Ik wil even achter de waterval lopen, maar aan de ingang houd ik halt, want wat ik zie is een grote hoeveelheid water op het pad van de tunnel. Ik weet niet hoe diep het hier is en ik heb mijn wandelstok niet bij mij. Ik loop rustig terug totdat ik weer een droge ondergrond heb. Dan kom ik langs de Grote Vijver. Ik steek de Parkweg over om mijn weg te vervolgen. Aan de overzijde wordt gewerkt aan de .. Ik heb geen idee. Er staan machines. Er staan twee werklieden in reflecterende kledij, die in een werkbespreking zijn. Even verderop een collega die in een telefonische vergadering staat. Ik loop een eindje over metalen platen en rechtshoudend zie ik aan mijn linkerhand een ronde vijver. Dan een smal pad naar rechts, maar héla, dat pad is er niet meer. Er staat een hek voor. Om extra indruk te maken is er nog een houten paal in de grond geslagen. Er is achter het hek ook niet veel ‘smal graspaadje‘ over. Ik kijk naar een modderverzameling. Ik blijf op het pad dat naar links aanhoudt. Zo kom ik toch terug op het bedoelde pad. Ik zie een standbeeld met Asklepios, Hygieia en Telesphoros. Ik blijf aan de linkerzijde van het water. Spelende kinderen komen mij toegerend. Een ouder stel gaat tastend verder. Een mooi gezicht op deze laan met statige oude bomen. Bij het gouverneurshuisje ga ik linksaf, maar toch vraag ik even voor de zekerheid aan een dame met ferme pas of het mogelijk is om daar te lopen. Nee, is het antwoord, daar wordt aan de paden gewerkt. Het roodwitte hek dwars over het pad geldt dus ook voor wandelaars. Ik kan van hier de werkzaamheden en Huis Zypendaal (hoofdkantoor van Geldersch Lanschap & Kasteelen) zien. Ik loop even op het pad rechtdoor om een foto van het omwaterde Huis te maken. Omdat ik hier sta op een punt waar de routelijnen elkaar raken kan ik verder , zonder het rondje om het Huis te maken. Nu kom ik aan de andere kant van de Grote Vijver, waar een grote horecagelegenheid is, die op dit moment niet druk wordt bezocht. De route gaat slingerend over de hoogteverschillen in het landschap, langs een grote bank ter eere van dhr. Tellegen (oud-ambtenaar), langs een oude ijskelder, langs de Steile Tuin, langs een monument ter ere van Lorentz en dan op afstand de witte stadsvilla en dan langs de karpervijver. Dan sta ik op de Apeldoornsweg.

Hier begint het tweede deel van mijn wandeling. Na het groene deel door de parken kom ik nu in de stadse omgeving. De waterwegen zijn uit het park gevolgd door het centrum van de stad en blootgelegd. Aan de overkant van de Apeldoornsweg kom ik in de buurt met namen uit de geschiedenis van Zuid-Afrika, en dan met name de name van Boerenleiders. Het water stroomt tussen de beide zijden van de De la Reijstraat door. Ik neem even afscheid van het water en ga onder het spoor door. Dan kom ik op de Jansbinnensingel met vijvers en groen. Na deze blauwgroene strook kom ik bij Musis Arnhem, daarachter ligt de Lauwersgracht. Ter hoogte van het deels gesloopte Stadstheater ga ik het Koningsplein op. Weinig koninklijk. De Beek(!)straat op. Zo volg ik het water van de beek door het centrum. Soms is de stroom gekanaliseerd tot een smalle streep. Nu zou ik uit moeten komen bij de Rijnkade, maar dat lukt niet wegens werkzaamheden. Ik kan dus niet zien waar de Sint Jansbeek in de Rijn stroomt. Wordt hier dan nog gewerkt aan de beekstroom? Dan gaat de route terug door het centrum. Terug naar het drukke station. Veel dames in alle leeftijden die volle tassen van kledingwinkels bij zich hebben. Geen vrijdagmiddagborrel, maar een vrijdagmiddagkoopjesjacht. Een dame met volle tassen gaat naast mij zitten. Zij wacht op de trein naar Veenendaal/De Klomp. Na enig zoekwerk op de telefoon komen we er achter dat zij op een ander perron meer kans heeft op de juiste trein. Ik stap in de trein die tot stilstand is gekomen, zoek een plek en ga verder lezen met de tweede helft van mijn boek.

Beekloop Velp
Uit de wandelgids : Veluwse beeklopen. 17 wandelroutes en verkenningen – KNVV uitgeverij 2025
Wandeling 1
9 kilometer
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.