De IJssel stroomt naar mij toe wanneer ik op de Hanzeboog sta. De morgenzon doet het water glinsteren als een pas gepoetste plaat. Links ligt Overijssel. Rechts ligt Gelderland. Salland en Veluwe. Daartussen vindt de IJssel haar weg. Druppel na druppel. Kubieke meter na kubieke meter. Maar met deze kleinheden en grootheden kan de IJssel niet worden gevangen. Niet hier op de Hanzeboog. Zelfs niet op het doek van de schilder Voerman. Zelfs niet in de gedichten van Ida. De IJssel is iedereen te snel af.

Eerder op de dag was ik de IJssel overgestoken, maar dat gaat te snel. Vanaf station Zwolle ga met een stroom scholieren en studenten op pad. Pas wanneer ik langs het Dino-park kom zit ik dichter bij mijn eigen leeftijd. Dan door het Spoolderbos met al het groen daar aanwezig, en bruggetjes over water. Ik kom uit bij de Willemsvaart met meerdere woonboten. Eén boot is behangen met hangplanten en zonnepanelen. De tuinman staat in een roeibootje en verzorgt de planten. Hij haalt dode takjes en bladeren weg en gooit die in de roeiboot. De man bewaart een wankel evenwicht. Wanneer ik verder ga hoor ik geen plons. Bij de Katerveerhuizen (met fraaie huizen) kom ik dicht bij de rivier. Vandaar ga ik door het Engelse Werk, waar grootouders kleinkinderen uitlaten. Omgekeerd is ook mogelijk. Aan de zuidzijde van het Werk kom ik bij het rangeerterrein waar veel treinen staan opgesteld. Onder het spoor doorgelopen kan ik een trappetje in de dijk op en gaan wandelen op de fiets- en wandelafdeling van de Hanzeboog. Uitzichten en vergezichten. Ik zie de kerktoren van Hattem en vlak onder mij een oude fiets aan een oever. De boog gaat over in een pad op het vasteland, met nog steeds aan de rechterhand het spoor. Naar Dronten of naar Wezep. Wat zal het zijn?

Het pad kruist het en der andere wegen. Ik passeer een erf bezaaid met oude auto’s en busjes. Enige regelmaat kan ik niet bespeuren. Een rafelrand van de stad Hattem. Langs de ijsbaan en de oude herberg. Ik doe mijn jas uit. Het is warm geworden. Fietsers zijn in een ongemakkelijke cadans op weg naar Zwolle. Ik ga de andere kant uit. Eén van de weinigen. Ik verlaat het spoor en bij de Groeneweg ga ik een oude dijk op en dan verder over voetpaden langs fietspaden (niet brommen!). Dan kom ik bij volkstuinen. Er zijn wel tuinen, maar geen volk. Als passant mag ik het volk vertegenwoordigen. Het water van de Waai ligt er rustig bij. Zelfs steigers zijn ontdaan van aanstaande passagiers. De vissteiger waar ik langs ga is onbemand. Steeds dichter bij het oude centrum kom ik. Ik zie de molen al, waar ik uiteindelijk achterlangs kom. De oude poort straalt in de zon. Ter plekke besluit ik om van de route af te wijken en meer van Hattem te zien. Langs een museum van Voerman, langs een raam waar een jonge vrouw bezig is met een kunstzinnig schilderwerk terwijl zij omringt word door haar eerdere uitingen. Aan een muur staan in rijen Story Tiles. Op een samenvoeging van smalle wegen ga ik zitten op een zitrotonde. Mandarijnen en thee. Rondkijken. Een motorrijder weet niet waar hij naar toe wil. Deze straat in, een andere straat uit. Dit maal drie. De makelaar doet zijn zaak op slot. Aanstaand winkelpubliek gaat voorbij. Ik ga de Kerkstraat in. Een vrouw voor een etalage wordt geïnterviewd door camera en microfoon. Omstanders kijken geboeid toe. Nog net geen oploopje in de straat. Bij de kerk en de Markt waar de Kerkstraat op uitkomt staan terrassen in de zon. Ik kies een tafel voor twee uit in de zon en breng met deze daad de gemiddelde leeftijd van de terrasbezoekers omlaag. Wanneer mijn tijd is gekomen ga ik door de Adelaarshoek, dan langs de vestingwerken, verder langs de Franse tuin met kruiden, het huis van Daendels, musea van het bakkerijwezen en dan de Bevrijdingsdag over met behulp van verkeerslichten. Ook in Hattem kan het druk zijn.

Een mooie zonnige wandeling door de uiterwaarden van de IJssel brengt mij bij de aanlegsteiger van ‘t Kleine Veer. Het veer vertrek net van de andere oever. Drie fietsers hebben een plaats veroverd op het dek. Wanneer zij zijn aangeland kan ik aan boord. Na digitale betaling gaan we op onze waterweg. Ik ben de enige passagier en de kosten voor de overtocht zijn 150 eurocenten. Later deze maand stopt het veer en gaat de winterpauze in. Aan de andere oever stap ik uit, terwijl twee fietsers wachten. Al snel zie ik onderweg de mededeling op een bordje dat het voetveer Schellerwaard niet vaart. Volgend jaar is alle schade van hoog water gerepareerd. Zolang ga ik niet wachten. Ik kijk om mij heen en op mijn digitale kaart. Gelukkig hoef ik niet met het veer terug. Ik volg de Schellerdijk naar het zuiden en dan naar het noorden. Bij boerderij Ruimzicht ben ik terug op mijn route. Landinwaarts ga ik over de Schellerenkweg. Evenals op de dijk lopen hier meerdere mensen. Het huis staat aanwezig maar bescheiden aan de bosrand van landgoed Schellerberg. Tegenover tuinvereniging Ons Genoegen ga ik tussen huizen door en over een grasstrook achter huizen door. Ik kom uit in een wijk van Zwolle. Zo te zien verwijzen straten naar de tweede wereldoorlog. Bij het Lünenpad kom ik veel jongelui tegen. Sommigen gaan in mijn richting. Anderen komen mij tegemoet. Af en toe wordt er gegroet. Ik steek het Lübeckein schuin over en nader het station. Een busje rijdt bijna een studente aan. Een politiewagen komt van de andere kant. Ik daal af in de spelonken van station Zwolle om aan de andere zijde weer boven te komen. De trein rijdt perron 1a binnen. Het is tijd om te gaan.

IJsselpad
Wandelen buiten de binnenstad van Zwolle
uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig
19 kilometer
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.