Het is een beroemde combinatie: wandelen en bossen.
En wanneer je het over bossen hebt kom je als snel terecht bij bomen.
Daarnaast is het ook mogelijk dat je door het één het ander niet meer ziet.
Filosoof en antropoloog Ton Lemaire maakt ons vanuit Frankrijk deelgenoot van zijn speurtocht door eeuwen en culturen naar bomen en bossen. Het is een boeiende speurtocht geworden die ons de hele wereld overbrengt en van de ene eeuw naar de andere eeuw gaat. In zijn speurtocht zoekt hij naar de historische en culturele relatie van mensen tot bomen. Voor Lemaire is de boom het hoogtepunt van het plantenrijk.
In het eerste deel van zijn boek gaat Lemaire in op de wijzen waarop de boom als een beeld wordt gebruikt voor afstamming (stamboom) en ontwikkeling en evolutie. Ook komen hier monumentale bomen aan de orde, zoals de sequioa in het westen van de Verenigde Staten. Deze bomen zijn enorm hoog, hebben een grote diameter en zijn zeer oud (sommigen gaan zelfs terug tot voor onze jaartelling). Deze bomen (Redwood Forest) worden trouwens ook bezongen door Woody Guthrie in zijn This land is your land, een lied dat fungeert als het tweede Amerikaanse volkslied. In een volgend hoofdstuk gaat Lemaire in op de plek van bomen in meerdere religies. Het gaat in op de eik van Dodona (Griekenland). Verder komen bomen uit de bijbel aan de orde, waarbij hij ingaat op bomen die werden vereerd. Hij is van mening dat de ‘joodse god’ een kritische houding heeft tegenover bomen (pagina 50). Hij lijkt mij eerder dat hier kritiek op verering van bomen (die deels gesneden worden tot afgodsbeelden, deels opgestookt worden in het vuur) aan de orde is, dat wil zeggen kritiek op mensen en niet op bomen. Nader gaat hij in op de bomen in de Hof van Eden die in het eerste bijbelboek Genesis genoemd worden. Enige consistentie in het gebruik van hoofdletters en kleine letters (joods/Joods en god/God wisselen elkaar af) had geen kwaad gekund
Lemaire gaat ook nadrukkelijk in op de plaats van bomen en bossen in de schilderkunst (met een serie mooie illustratries), ook gedichten (Vasalis!) komen voorbij. Het lijkt mij trouwens dat de protestantse reformatie zeker ook een impuls heeft gegeven aan de schilderkunst die het natuurlijke en alledaagse een plek gaf onder Gods zon. Dit staat wat haaks op de overtuiging van Lemaire dat de toewending tot deze wereld pas mogelijk werd toen de de christelijke overtuiging van de buitenaardse bestemming van de mens begon af te zwakken (pagina 128). Verder schrijft hij hoe kunst de plaats innam van religie als bron van zingeving en expressie van zingeving. Het viel mij op dat bomen en bossen in de muziek (in welke vorm dan ook) niet klinken. Het geruis van bomen verstomt in woorden en op canvas.
Hij gaat in op het verschil tussen ‘bos’ en ‘woud’, het laatste is groot en grenzeloos, heeft een hoge ouderdom, met iets van tijdloosheid. Nadat hij dit uit de doeken heeft gedaan gebruikt hij de woorden weer door elkaar. Daar zit wel iets van humor en relativering in. In dit hoofdstuk gaat er trouwens iets mis met de eindnoten, de verwijzingen passen niet bij de nummers. Indrukwekkend is zijn deel over Ontbossing. De kaalslag uit heden en verleden brengt hij tot leven. Hij haalt de inspirerende beweging van de Green Belt Movement in Kenia aan, die al jaren probeert om het tij te keren door het planten van bomen. De inspirator Wangari Maathai, die veel tegenwerking kreeg uit de wereld van de politiek, ontving voor haar werk de Nobelprijs voor de Vrede in 2004. Volgens Lemaire was zij de eerste Afrikaan die deze prijs kreeg, maar dan heeft hij buiten Desmond Tutu (1984) en Nelson Mandela (1993) en Frederik Willem de Klerk (1993) gerekend.
Tot slot komen de vruchten aan de bomen en de vruchtbomen aan de orde. De kwaliteit van de vruchten, de voedzaamheid, de afkomst (het midden en zuiden van het Amerikaanse continent zijn een grote bron van ons voedsel). Hierbij komt Lemaire terug op de bomen in de Hof van Eden en gaat hij na of die boom waarvan niet mocht worden gegeten toch niet een appelboom was en hij gaat de geschiedenis en de betekenis van de appel langs, door eeuwen en culturen.
Ton Lemaire heeft een boeiend en inspirerend boek geschreven over bomen en bossen. Ik heb het boek nog niet herlezen, maar ook een tweede lezing zal de tijd en de inspanning waard zijn. Het leest als een liefdesverklaring aan bomen en bossen.

Tom Lemaire
Bomen en bossen
Bondgenoten voor een leefbare aarde
ambo|anthos 2023
ISBN 9789026365430
295 pagina’s
Dit boek heb ik van de uitgeverij ontvangen voor een recensie op mijn wandelwebsite.
Ontdek meer van Willems Wonderlijke Wandelingen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.