Pelgrimspad (19) Spaubeek naar Gulpen

Er is enig verschil tussen het Utrecht Centraal Station en het Spaubeek Station. Gelukkig heb ik enige tijd in de trein gereisd om aan dit verschil te wennen. Als enige reiziger stap ik uit in Spaubeek. Ik kan me niet herinneren dat er iemand instapte en de trein is nog wel zo mooi. Er zijn niet veel mogelijkheden om het stationsgebied te verlaten. De vorige keer kwam ik van de noordkant, nu ga ik weg aan de zuidkant. De bebouwing van Spaubeek kom ik niet in, want ik ga langs de A76 wandelen, altijd gezellig.
P1110075
Gelukkig duurt de tocht langs de snelweg niet lang, want ik buig af naar de Limburgse binnenlanden. Daar gaat het heuvel-op en heuvel-af, door open velden en door holle wegen. En telkens is de zon nadrukkelijk aanwezig en dichtbij. Even voorbij Grijzegrubben kom ik in het buitengebied van Nuth, waar een molen staat. Hoog boven het landschap. Molens worden vaak in verband gebracht met Holland en Friesland, maar in het diepe zuiden hebben molens ook een belangrijke rol gespeeld.
P1110083
Een ander kenmerk van het landschap is ook van menselijke makelij. Op vele plaatsen tref ik wegkruizen aan. Soms van een heel eenvoudig soort. Soms van een bewerkelijk niveau. Soms vergezeld van een tekst. Soms versierd met een krans. Soms op openbaar terrein. Soms op privé-terrein. Iedere maal een herinnering aan de pelgrim om te bedenken ‘sursum corda’. Het is een herinnering om ‘stil te staan’ bij de aanwezigheid van de Heer, al dan niet als de Vader of de Zoon. Ook een herinnering aan moeder Maria, die altijd weer te hulp schiet, of haar zoon vraagt om te hulp te schieten. Hij is niet alleen maar te vinden in een kerkgebouw, maar Hij gaat ook mee wanneer je aan het werk bent, zoals de tekst bij deze crucifix zegt.
P1110092
Het is niet alleen het martelwerktuig van het kruis dat ik aantref langs de weg. Her en der staat een kapel. Even ten zuiden van Swier staat in het open veld de Isidoruskapel. Ik kan naar binnengaan. Isidorus houdt open huis. Isidorus was een Spaanse heilige die leefde aan het einde van de 11e eeuw en het begin van de 12e eeuw. Het is mooi om te zien hoe oud de internationale papieren van de plaatselijke Roomskatholieke Kerk zijn. Bij Sittard trof ik de Rosakapel, Rosa met haar Peruviaanse wortels. Met de droogte van deze tijd zal Isidorus het druk hebben. Hij is namelijk de patroonheilige van de boeren en de tuinders. Op de hooggelegen akkers is wel veel zon aanwezig, maar weinig water. In de kleine kapel op een kruispunt van wegen neem ik een paar momenten om te bidden.

P1110106
Ik wandel verder door open en zonnig land, akkerland. Langs Weustenrade en Retersbeek, aanvullingen op mijn topografische kennis. Of deze plaatsen tot mijn basispakket gaan behoren weet ik niet. Aan de randen van Voerendaal passeer ik kasteel Puth (en de bijbehorende kasteelhoeve) dat tegenwoordig een biologisch akkerbouwbedrijf is, met een nieuwe eigenaar sinds 2017. Waarschijnlijk werd hier in Romeinse tijd al geakkerbouwd. Iets verderop aan de Voerendaalse rand ligt kasteel Cortenbach. Dit kasteel is in privé handen en maakt een opgeruimde en schone indruk. Op het kaartje in het routeboekje staat hier een alternatieve route aangegeven in geval er een jacht plaats vindt. Er wordt nu niet gejaagd, zelfs de schutterij is stil.
P1110133
Ik dring steeds verder door in het zuidelijke landschap, via smalle en brede paden, via stijgingen en dalingen. Bij Vrouwenheide loop ik verkeerd, had ik maar niet moeten uitkijken naar vrouwen op de heide. Vroeg of laat wordt dat afgestraft. Een vrouw op de fiets komt mij achterop en groet mij. Door de kleur van haar huid denk ik een kort moment dat ik wel heel ver naar het zuiden ben gewandeld. Ik groet haar in het Swahili, maar daar reageert zij niet op. Hier loop ik in dezelfde richting als de fietsende vrouw en raak ik de weg kwijt. Gelukkig kom ik even verder bij een kruisbeeld en kan ik weer op de juiste weg komen. Vrouwenheide was tot 1919 trouwens het hoogste punt van Nederland. Wat er in dat jaar gebeurd is weet ik niet, maar vanaf die tijd is de Vaalserberg het hoogste punt.
Ik neem een lunchpauze bij de hoogstgelegen put van Nederland. Deze staat in het bruisende centrum van Trintelen. Het is hier een komen en gaan van fietsers, al dan niet voorzien van stroomstoten om de snelheid op te voeren. Moeders rijden in hun auto met kinderen naar her en der. Wanneer je hier in de put zit, zit je nog goed.
Tussen Eyserheide en Eys loop ik over graften. De graften (oftewel ‘terrassen’) dateren uit de tijd van de Middeleeuwen, die door sommige mensen als een duistere tijd wordt gezien. Maar enige kennis van die tijd laat zien dat er veel licht was in die tijd. Ik loop nu waar verlichte boeren terrassen bouwden. In het lager gelegen deel grazen koeien om nog wat vers gras naar binnen te werken, de droogte heeft ook hier toegeslagen.
Via de Eyserbosschen nader ik Gulpen, het einddoel van vandaag. De route gaat helaas niet langs het klooster van Wittem. Gelukkig ben ik daar al eens op een ander moment geweest, toen was er een goede boekwinkel in het pand. Via het stroomgebied van de Kleine Geul loop ik Gulpen binnen en ga ik naar het busstation. Daar wacht ik op de bus die van Aken naar Maastricht gaat. Het is een volle bus wanneer we de oude stad naderen. In de buurt van het Vrijthof stappen veel mensen uit en op straat zie ik veel mensen naar het Vrijthof lopen. Dan schiet mij te binnen. Hij speel vanavond op het Vrijthof, deze zoon van Maastricht. Deze koning van de wals. Maak Lieu voor Rieu.
Pelgrimspad – Spaubeek naar Gulpen – 31 kilometer

7 gedachten over “Pelgrimspad (19) Spaubeek naar Gulpen

    1. Je hebt de zonnige dagen nog meegemaakt. Ik heb bijzonder genoten van de tochten in het diepe zuiden.

      Like

        1. Overnacht je bij Vrienden op de Fiets (ook voor wandelaars)?

          Like

    1. Er is nog ruimte genoeg in Zuid Limburg. Het is een prachtig gebied om te wandelen en te fietsen en te genieten.

      Like

Reacties zijn gesloten.